Gaat Nederlands recht altijd boven canoniek recht?

Ongehuwde priesters kunnen niet trouwen tijdens hun ambt. Althans geen kerkelijk huwelijk binnen de katholieke traditie..
In de Encycliek Sacerdotales Caelibatus (1967) is officieel vastgelegd dat als een priester trouwt hij geen priester kan blijven. Als een priester of monnik trouwt is het burgerlijk huwelijk de samenlevingsvorm die tot stand is gekomen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand en waarna een aantal zaken vast liggen in de wet.
Als er een testament is dan heeft de overledene zelf de erfgenamen gekozen. Zonder testament bepaalt de wet wie erfgenaam is. Zonder testament zijn de bloedverwanten de enige erfgenamen. Volgens de wet zijn de echtgenoot of de geregistreerde partner ook bloedverwanten.
Het canoniek recht is het kerkelijke recht dat door de Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk en de orthodoxe kerken is vastgesteld en wordt toegepast door de kerkelijke rechtbanken. De kerkelijke rechtbanken staan los van de burgerlijke rechtbanken. Het gaat dus niet om recht boven recht.
De Kerk heeft het recht om te oordelen over godsdienstige kwesties, zoals schending van de kerkelijke wetten. Volgens de canonieke wetgeving mag ook geoordeeld worden over burgerlijke zaken als het gaat om personen die vallen onder het fori privilegium, een voorrecht van geestelijken. Gehuwde priesters of monniken (uitgetreden priesters of monniken) vallen daar sowieso niet onder.

De Nederlandse wet gaat boven canoniek recht. Iedereen kan wel zomaar andere regels verzinnen ('rood licht geldt niet voor mij'), maar het hele punt is juist dat er een wet is waar je niet van af kunt wijken.