Spreekt ''het recht van overpad'' art. 461 Sr tegen?
Ik snap het volgende niet:
De ene keer zegt men ‘‘ik heb recht hier te komen, omdat er het recht van overpad is’‘, maar dan staat er in art. 461 Sr dat dit niet zo is?
Een 'recht van overpad' regelt in een specifieke situatie wie er toegang heeft tot een stuk grond.
Atrt 461 zegt, dat als bij een stuk grond duidelijk aangegeven is dat het afgesloten is (bord of hek), dat het dan ook strafbaar is om er te komen. Als dat artikel niet zou bestaan, dan zou de eigenaar niet de politie kunnen bellen als je op zijn grond staat.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.