Is er een norm voor de afstand die er maximaal mag zijn tussen de plaats van de haaietanden op de weg en de daadwerkelijke kruisende weg?

Bij het CROW staat het volgende beschreven:
De ruimte tussen de haaientanden is gelijk aan de basis van de driehoek. De breedte van de basis bedraagt bij voorkeur 0,50 m en de hoogte 0,50 tot 0,70 m.
-
Binnen de uitvoeringsvoorschriften (BABW) staat het volgende beschreven:
Plaatsing (van alle haaientanden):
Haaientanden worden aangebracht op de plaats waar bestuurders bij het verlenen van voorrang plegen te stoppen dan wel naar inzicht van de wegbeheerder dienen te stoppen.

Toepassing (van zelfstandige haaientanden):
De toepassing van haaientanden met de betekenis, bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 (dus zonder bord B6 en eventueel tevens zonder een bord B3, B4, B5 op een kruisende weg) is beperkt tot:
-
fietspaden en parallelwegen indien de aanwezigheid van één van deze borden verwarring zou kunnen geven voor andere bestuurders;
-
de ten opzichte van de doorgaande weg ondergeschikte zijtak van een T-kruispunt, doch uitsluitend indien het informele voorrangsgedrag overeenkomt met de voorrangsregeling.