Hoe was in de negentiende eeuw in Nederland de welvaart verdeeld en welke verschillende groepen armen er waren?

Deze vraag is niet zo te beantwoorden. Als je steden bezoekt, zie je de overblijfselen van de 19e eeuw en de armoede die er heerste. Achter de fabrieken de piepkleine arbeidershuisjes, waar de grote gezinnen in woonden. De kerk die mensen als konijnen liet leven, het ene kind na het andere.
Slechte gezondheidszorg, onbenul over hygiene, veel kindersterfte. Op het platteland, de arbeiderswoninkjes in de dorpen. Hetzelfde laken een pak. In de veenkolonieen de plaggenhutten.

De afstand tussen arm en rijk was minstens zo groot als tegenwoordig. Alleen waren de armen veeeeeel armer.

Lees b. v van Suzanna Jansen: Het pauperparadijs. En ga dan eens op excursie naar Veenhuizen.

Of van Ina Boudier Bakker: De klop op de deur. Dan krijg je een indruk van hoe mensen leefden in de 19e eeuw.