Hoe kan het dat Trump met minder stemmen de verkiezing heeft gewonnen?

Er is nog een bijkomende onevenwichtigheid in het systeem, waar ik in het Nederlands helaas weinig over kon vinden. Na wat langer zoeken heb ik toch nog een tekst gevonden, en wel op Fok uit 2004 (http://forum.fok.nl/topic/494946/1/25#p17297843 )
“Door het kiesmannensysteem kan het gebeuren dat de ene kandidaat de meerderheid heeft van de stemmen heeft maar dat de andere kandidaat toch wint met meer kiesmannen. Dit komt omdat het kiesmannenstelsel niet gebaseerd is op evenredige vertegenwoordiging. De staten met weinig inwoners hebben als minimum toch minstens 3 kiesmannen ongeacht het aantal inwoners. De staat Wyoming in de VS heeft 0,18% van de inwoners van de VS maar met 3 kiesmannen heeft de staat wel 0,56% van het totale aantal kiesmannen. Bij Californië is het omgekeerd. Californie heeft 11,97% van het totale aantal inwoners maar slechts 10,04% van het totale aantal kiesmannen. Zo is dat bij meer staten het geval. De kiezers zijn dus niet altijd evenredig vertegenwoordigd door hun kiesmannen. Daardoor kan het dus voorkomen dat een kandidaat met een minderheid van de stemmen president wordt.” Een stem van een gewone kiezer legt dus in bepaalde staten relatief meer gewicht in de schaal dan in andere staten! Het wordt in een Youtube filmpje in een hoog tempo goed (maar wel in het Engels) uitgelegd.
Voor wie goed verstaat en snel kan volgen: hier de kern van het probleem: “Het probleem van het college van kiesmannen”: https://youtu.be/7wC42HgLA4k (6m 31s) Met een kort filmpje erbij waar de resultaten van 2016 ook meegeteld worden:
https://youtu.be/zcZTTB10_Vo Volgens de maker zou je eerst even dit filmpje moeten bekijken: “Hoe het college van kiesmannen werkt”: https://youtu.be/OUS9mM8Xbbw (4m 42 s)
En daarna dus: “Het probleem van het college van kiesmannen”: https://youtu.be/7wC42HgLA4k (6m 31s).