Als iemand overleden is, wie geeft dat dan door aan de gemeente?

Aangifte van overlijden moet gedaan worden in de gemeente van overlijden.
De aangifte van overlijden kan worden gedaan door de uitvaartverzorger of iemand anders (een familielid of een vriend). Hierbij moet de Verklaring van Overlijden worden overgelegd.

Het vaststellen van de overlijdensoorzaak is voorbehouden aan een arts. Bij iedere overledene moet lijkschouwing plaatsvinden. Dat doet de behandelend arts of de gemeentelijke lijkschouwer.
Verklaring van Overlijden
De arts die de lijkschouwing heeft gedaan, geeft de Verklaring van Overlijden af. Daarin staat onder meer of de overledene een natuurlijke dood is gestorven. De Verklaring is nodig om van de gemeente toestemming te krijgen voor het begraven of cremeren van de overledene. De gemeente geeft ook een uittreksel uit het overlijdensregister af.
U doet een aangifte van overlijden bij de gemeente waarin de persoon is overleden.
Er is geen vaste aangiftetermijn, maar in verband met de termijn waarbinnen de begrafenis of crematie moet plaatsvinden, moet doorgaans binnen vijf dagen na de dag van het overlijden aangifte worden gedaan.

Als een persoon overlijdt en er geen nabestaanden zijn die opdracht geven tot begraven of cremeren dan wordt hier in de meeste gevallen door de politie of het uitvaartcentrum melding van gemaakt bij de gemeente. De gemeente onderzoekt of zij opdracht tot begraven moet geven of dat er familie of nabestaanden zijn.

Op basis van bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek hebben familieleden een verzorgingsplicht. Dit houdt in dat zij verantwoordelijk zijn voor het geven van opdracht tot begraven of cremeren en voor de kosten die daaraan verbonden zijn.



Pas als uit onderzoek blijkt dat er geen familie of nabestaanden zijn zal de gemeente uit oogpunt van volksgezondheid opdracht geven tot begraven. De gemeente zal altijd onderzoeken of de uitvaartkosten verhaald kunnen worden op de nalatenschap. Als op een later moment blijkt dat er toch familie of nabestaanden zijn dan zal de gemeente de kosten op hen verhalen.



Nabestaanden kunnen weigeren om opdracht te geven tot begraven of cremeren. Hiervoor moeten zij wel bewijzen dat er afstand is gedaan van de nalatenschap. Hiertoe moet een Akte van Verwerking, afgegeven door de Rechtbank, worden overgelegd.



Familieleden met een zorgplicht blijven toch verantwoordelijk voor de uitvaartkosten.



Wanneer de nabestaande opdracht geeft tot begraven of cremeren, dan accepteert zij niet gelijk de erfenis of eventuele schulden.