Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Wanneer gebruik je 'er' ?

Zijn er speciale regels voor 'er'? ik vind het nog steeds zo moeilijk af en toe. wanneer gebruik je 'er' en wanneer niet?

Verwijderde gebruiker
14 jaar geleden
in: Taal

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Het gebruik van het woord ‘er’ in het Nederlands is vrij ingewikkeld. Dit komt vooral doordat er vijf verschillende manieren zijn waarop dit woord gebruikt kan worden.

1. als plaatsaanduiding
Wanneer ‘er’ als plaatsaanduiding wordt gebruikt, verwijst het naar een plaats waarvan men weet over welke het gaat.
Voorbeelden:
Ik ben al in Rotterdam - Ik ben er al
Hij is al eens in Arnhem geweest - Ik ben er al eens geweest
Ik werk al drie jaar bij dit bedrijf - Ik werk er al drie jaar
Jan is nog niet op het feestje - Jan is er nog niet


2. In combinatie met een voorzetsel
(op, in, naast, met, van, tegen, mee, door)
In deze gevallen wordt ‘er’ aan het voorzetsel vast geschreven als er geen woorden tussen komen
Voorbeelden:
Heb je ooit met Word gewerkt? - Ja, ik heb ermee gewerkt / Ja, ik heb er vaak mee gewerkt (voorzetsel = mee)
Heeft hij over zijn jeugd verteld? - Hij heeft erover verteld / Hij heeft er gisteren over verteld (voorzetsel =over)
Heb je gehoord van dat ongeluk? - Ja, ik heb ervan gehoord / Nee, ik heb er niets van gehoord


3. In combinatie met een telwoord
Voorbeelden:
Wij hebben tien fietsen - Wij hebben er tien
Hij gaf me twee appels - Hij gaf me er twee
Ik zag een kikker - Ik zag er een

4. Als onderwerp van een passieve zin
Een passieve zin = een zin waarvan, als je de zin actief maakt, het onderwerp verandert in het lijdend voorwerp. In een passieve zin wordt altijd gebruik gemaakt van de hulpwerkwoorden worden of zijn.
Het lijdend voorwerp krijg je door te vragen: wie/wat + onderwerp + werkwoorden.
Voorbeelden:
Passief: Piet wordt gebeld door Henk (Onderwerp = Piet) Actief: Henk belt Piet (lijdend voorwerp = Piet)
Passief: Willem is door Jan geslagen (Onderwerp = Willem) Actief: Jan heeft Willem geslagen (lijdend voorwerp = Willem)

5. Als voorlopig onderwerp
In deze gevallen wordt staat er wel een echt onderwerp in de zin. Dit staat meestal verderop in de zin, behalve bij sommige vraagzinnen.
Er staat een paard in de stal (onderwerp = een paard)
Er werden veel mensen ziek (onderwerp = veel mensen)
Er zitten twee jongens in de kamer (onderwerp = twee jongens)
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
14 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
14 jaar geleden
Er is niets meer aan toe te voegen

Andere antwoorden (2)

In het algemeen : als je ipv 'er' 'daar' kunt zeggen, kan je 'er' gebruiken.
Bijv: ik heb er nog eens over nagedacht / ik heb daar nog eens over nagedacht.
Er is nog een kleine kans, dat..../ daar ligt nog wel een mogelijkheid, dat...

Of is dit niet wat je bedoelt?
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
14 jaar geleden
In sprookjes!

Die beginnen vaak met: ``Er was eens...`` en beginnen nooit met: ```Daar was eens...``

``er `` gebruik je vaak voor een tijdsaanduiding:

er is... (tegenwoordige tijd)
er was... (verleden tijd)

Of:

Ik heb er geen zin in.
Ik heb ergens geen zin in.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
14 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image