Waarom wordt "u" vaak gebruikt in de derde persoon, en niet in de tweede persoon?
"U" zou net als "jij" een tweede persoon moeten zijn. Toch wordt het, als je naar de werkwoorden kijkt, vaak als derde persoon behandeld.
Voorbeelden:
Jij hebt - Hij heeft - U heeft
Ga jij - Gaat hij - Gaat u
enz.
Maar bij het werkwoord "zijn" is dat weer niet zo:
Jij bent - Hij is - U bent
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.