Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Antwoorden (3)

Het is "lang snoer." In het Nederlands gebruik je de bijvoeglijke naamwoorden in de kortere vorm als ze voor een zelfstandig naamwoord staan. Dus, je zegt "een lang snoer" en niet "een lange snoer."

Wie heeft nog meer twijfels over de Nederlandse taal? Deel je vragen of tips!
5 maanden geleden
Dat hangt van de zinsopbouw af. Het snoer is lang, dat is een lang snoer. Maar: voor die kerstversiering ga je het lange snoer gebruiken.

De algemene regel is namelijk dat een bijvoeglijk naamwoord kan worden verbogen als het voor een zelfstandig naamwoord staat. Het al dan niet verbuigen hangt samen met de vraag of het voor een de-woord of een het-woord staat. Een snoer is een het-woord. Dus het lange snoer.
Amadea
5 maanden geleden
Ik zal het antwoord nogmaals geven, maar dan in een iets andere vorm met een aantal voorbeelden.

Bij het woord "snoer" kunnen beide vormen goed zijn, dat is naargelang je snoer bepaald** of onbepaald** gebruikt.
Correct: Het lange snoer - Een lang snoer
(Incorrect: Het lang snoer - Een lange snoer)

Voorbeeld om te laten zien dat dit enkel geldt voor woorden als snoer die onzijdig zijn, maar niet geldt voor worden die mannelijk en/of vrouwelijk zijn.

De mooiE jongen - Een mooiE jongen
Het mooiE meisje - Een mooi meisje

De koudE douche - Een koudE douche
Het warmE bad - Een warm bad

Onzijdige woorden* wanneer je ze onbepaald** gebruikt worden dus altijd zonder die extra E geschreven (en gesproken).

*Onzijdige woorden en ook "verkleinwoorden enkelvoud", dus woorden waar "het" voor staat.
**Onbepaald, dus als je "een" voor een woord zet.
Een man is bepaald. terwijl "de man" bepaald is.
Bij de man weet de toehoorder over wie het gaat, of het wordt iig duidelijk gemaakt.
Gisteren werd ik door een man aangesproken. (welke man dat is niet duidelijk)
Gisteren werd ik door de man aangesproken die hier elke dag door de straat loopt. (oh, die man!)

Overigens kan je dit met nog meer dan lidwoorden toepassen.

De/deze/die/onze koudE douche - Een/elke koudE douche
Het/dit/dat/ons warmE bad - Een/elk warm bad
4 maanden geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing