Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Waarom wordt in deze zinnen zo'n woordvolgorde gehanteerd?

Beste mensen, kunnen jullie alsjeblieft me helpen met een taalkundige kwestie? Hieronder staan een paar zinnen waarvan ik de grammaticale structuur niet kan beredeneren. Toch heb ik sterk het vermoeden dat ze correct zijn.

1. Je kunt nu al kruidnoten op de markt kopen.
2. Deze week heb ik voorverpakte sperziebonen in de supermarkt gekocht.
3. Zij en haar man hebben een huis in Amerika gekocht.

In principe dienen alle bijwoordelijke bepalingen in het middenstuk (in deze gevallen van plaats) links van een onbepaald lijdend voorwerp te staan. Maar in deze frases blijkt steeds de bijwoordelijke bepaling niet vóór maar juist na het lijdend voorwerp en vóór de tweede pool plaats in te nemen. Hoe is zulke woordvolgorde te verklaren? In de ANS heb ik dit aangetroffen:

Ik |heb| een nieuwe pen gisteren |gekocht.| <<uitgesloten>>

Heeft het ermee te maken dat in die voorbeelden de bijwoordelijke bepalingen door voorzetselconstituenten worden uitgedrukt die, als het ware, zich vrijer kunnen gedragen? Of zijn het in de aangehaalde zinnen helemaal geen bijwoordelijke bepalingen maar voorzetselvoorwerpen die niet de plaats van het onderwerp maar van het lijdend voorwerp nader bapalen? In zin 3 zou dat waarschijnlijk wel het gaval kunnen zijn maar in zinnen 1 en 2 is dat eerder toch niet zo. Als er iemand is die dit raadsel zou willen ontwarren zou ik het heel op prijs stellen.

Verwijderde gebruiker
2 jaar geleden
in: Taal
1.2K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Voor het antwoord op je hoofdvraag (waarom deze woordvolgorde) helpt het om niet te focussen op grammatica, maar op betekenis.
Je hebt gelijk dat 3 anders is dan 1+2; bij 3 zou je ook kunnen zeggen: 'Zij en haar man hebben een Amerikaans huis gekocht' (het is niet waarschijnlijk dat ze in Amerika een Nederlands huis hebben gekocht :)) Dat kan bij 1+2 niet.

Bij 1+2 zorgt de volgorde voor een andere nadruk, en daardoor ook andere betekenis. Bij 1 staat er eerst kruidnoten, en daarna pas op de markt. Dat legt de nadruk op het feit dat er nu al kruidnoten te koop zijn - en die zijn blijkbaar op de markt gezien. Een andere volgorde ('Je kunt op de markt nu al kruidnoten kopen') legt de nadruk op de markt, en suggereert dat er in de supermarkt nog gene kruidnoten liggen.
Voor 2 kun je een vergelijkbare redenering opzetten (ligt de nadruk op de sperziebonen of de supermarkt).
(Lees meer...)
2 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding