Was het systeem van naamvallen in ouder (Modern!) Nederlands functioneel op de manier in de uitleg?
Excuses voor de vaagheid in de titel. Dus, allereerst om een beetje context te geven: Ik bestudeer (niet aan een Universiteit of dergelijke) al een tijdje het Middelnederlands, dat nog een systeem van naamvallen had. Sommige van de boeken die ik hiervoor heb gebruikt kwamen uit de 19de eeuw (zoals bijvoorbeeld de syntaxis van A.F. Stoett), en het gebruik van naamvallen was hier nog volop in gebruik. Deze boeken zelf zeggen dat het gebruik van de naamvallen in vele gevallen overeenkomt met het Middelnederlands.
Echter, ik heb interesse om deze oude manier van schrijven verder te bestuderen. Echter, ik heb geen idee waar ik dat zou kunnen doen. Is er wellicht literatuur hierover geschreven? Ik heb zelf bijzonder weinig kennissen die nog in leven waren toen het naamvallensysteem nog de regel was in de schrijftaal, dus die weg kan ik denk ik niet bewandelen.
Dus eigenlijk is de vraag: Was de oude manier van schrijven eigenlijk gewoon onze taal (maar dan af en toe zonder voorzetsels: Zo dunkt het mij bijvoorbeeld, dat "Ik geef aan de man een boek" als "ik geef den man een boek" zou worden geschreven, of "hij was vriendelijk voor de vrouwen" als "hij was den vrouwen vriendelijk", zoals dat in het Middelnederlands ook gebeurde.), of was zij anders? en zo ja, waar kan ik hier dan meer over lezen?
Bij voorbaat dank.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.