Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Is het thuis werken of thuiswerken?

Schrijf je dit aan elkaar of los? Ik twijfel of ik wel of geen spatie moet gebruiken. 'Van huis uit werken' is met spaties ertussen, dus ik vraag me af of de regels voor thuis werken hetzelfde zijn.

4 jaar geleden
in: Taal
3.4K

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

Standaardtaal is thuiswerken. Dit is in zowel België als Nederland het gebruikelijkst.
Veel combinaties met thuis zijn een samenstelling, maar er zijn uitzonderingen, zoals zich thuis voelen.
De hoofdregel is dat veel vaste combinaties van het bijwoord thuis en een werkwoord één samengesteld werkwoord vormen.
Er zijn maar een paar uitzonderingen, en zelfs daarvan zou ik zeggen dat aaneenschrijven geen grote fout zou zijn. Toch zijn de volgende gevallen traditioneel met een spatie, om verschillende – niet altijd meer heel relevante – redenen. Het gaat om:
• thuis bevallen: ‘Steeds minder vrouwen willen thuis bevallen; de meerderheid van de kinderen wordt inmiddels in het ziekenhuis geboren.’ (Thuisbevalling is wel één woord.)
• niet thuis geven: ‘Als leerlingen of ouders herhaaldelijk niet thuis geven, zou de school op onderzoek uit moeten.’ (Waarschijnlijk is thuis hier los omdat het meer bij niet dan bij geven hoort.)
• thuis spelen: ‘Voorlopig kunnen kinderen beter thuis spelen.’ ‘Moet Vitesse uit of thuis spelen?’ (Waarschijnlijk is thuis hier los omdat het vaak in contrast met iets anders staat: buiten, uit, in de tuin, bij een vriendje, niet thuis.)
• thuis treffen: ‘Ik heb je helaas niet thuis getroffen.’
• thuis vinden: ‘Ik heb je helaas niet thuis gevonden.’
• zich thuis voelen: ‘Het belangrijkst is dat het kind zich bij ons thuis voelt.’
• thuis wonen: ‘Voor veel studenten is thuis wonen een aantrekkelijke optie.’ (Ook hier speelt het contrast met bijvoorbeeld op jezelf wonen een rol. Thuiswonend is wel één woord: ‘Een thuiswonende student krijgt een lager maandbedrag.’)
• thuis zijn: ‘Het is maar goed dat ik thuis was.’ (Combinaties met zijn zijn vrijwel altijd los.)
Alleen thuis geven en thuis spelen staan expliciet los in de Woordenlijst (het Groene Boekje online, maar dan veel uitgebreider). Overheid en onderwijs horen zich daar officieel aan te houden. De andere ‘losse’ gevallen staan in de woordenboeken van Van Dale, die ook de officiële spelling weergeven.
.
Van Dale: thuiswerken (één woord): betaald werk doen vanuit de eigen woning, met name met behulp van de computer.
(Lees meer...)
Toegevoegd op 04 september 2020 06:13: tekst
SimonV
4 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

Frequentie speelt bij spelling een rol. Werkwoordcombinaties die veel voorkomen worden anders geschreven (=zonder spatie) dan combinaties die weinig voorkomen (=met spatie).
Als een activiteit veel voorkomt (zoals vanuit huis werken) dan wordt het woord aaneengeschreven. Dus: thuiswerken. Is het in de woning werken incidenteel, dan komt er een spatie: thuis werken.
Voorbeelden waarbij frequentie een rol speelt (dus wel of geen spatie):
ademhalen (veel voorkomend), water halen (weinig voorkomend);
kennismaken (veel voorkomend), ruimte maken (weinig voorkomend);
maathouden (veel voorkomend), orde houden (weinig voorkomend)
stofzuigen (veel voorkomend), lucht zuigen (weinig voorkomend.
Ook komt het voor dat er een betekenisverschil is tussen aaneenschrijven en een spatie. Bijvoorbeeld: hardlopen (sport) en hard lopen (rennen). Dat geldt voor veel woordcombinaties. Zo betekent "een zwartboek" iets anders dan "een zwart boek".
Bron: Spellingwijzer Onze Taal.
.
(Lees meer...)
4 jaar geleden

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding