Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe kan ik beter leren of woorden met d, t of dt geschreven worden?

Ik ben redelijk goed in schriftelijk rapporteren. Alleen met d, t en dt heb ik problemen. Het lukt me niet goed om 't kofschip toe te passen en ik blijf herhaaldelijk fouten maken. Zou iemand mij in "Jip en Janneke-taal" kunnen uitleggen hoe ik dit kan voorkomen?

Verwijderde gebruiker
5 jaar geleden
in: Taal
3.4K
LeonardN
5 jaar geleden
Dat kan door jezelf af te leren in "dt" te denken. Toen ik leerde dat er geen woord met "dt" geschreven werd was het voor mij uiterst simpel.
Een werkwoord waar jij/hij/zij/het voorstaat of iemand/iets/wie of wat-dan-ook, daar schrijf je een t achter de stam van het werkwoord.
Lopen > stam=loop > hij loopT
Worden > stam=word > zij wordT Ik blijf dus expres blind voor het feit dat de stam van worden op een d eindigt. (de stam, hij eindigT).
gvrox
5 jaar geleden
@LeonardN behalve bij "hij/zij wil" , dan is er geen t.
LeonardN
5 jaar geleden
Dat is ook geen probleem. Niemand zal "hij wilt dat" schrijven. Wel zij word zwanger. Of "Ik wordt daar gek van". Maar inderdaad er zijn een aantal afwijkende werkwoorden in als zijn, willen en kunnen. Het probleem zit hem vooral in de werkwoorden waarvan de stam eindigt op een "d" en men deze in de hij/zij vorm zet.
Gecombineerd met de onnodige "dt"-denkwijze. Er wordt enkel een T bijgevoegd.
tinus1969
5 jaar geleden
@gvrox, er zijn idd een paar uitzonderingen, met name 'sterke werkwoorden'.
LeonardN
5 jaar geleden
Kunnen, zullen, mogen en willen (zijn is helemaal een rommeltje) allemaal geen T bij de hij-vorm https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_sterke_en_onregelmatige_werkwoorden_in_het_Nederlands
Verwijderde gebruiker
5 jaar geleden
Kijk hier eens, dat maakt alles zo eenvoudig, https://www.metronieuws.nl/nieuws/2012/03/d-t-of-dt-smurfenregel-en-andere-ezelsbruggetjes
tinus1969
5 jaar geleden
@LeonardN, maak een natwoord van je reactie!
LeonardN
5 jaar geleden
natwoord van gemaakt :D
LeonardN
5 jaar geleden
"Dit meen je niet" was ook wat ik gisteren dacht toen ik die vraag zag :D
gvrox
5 jaar geleden
@LeonardN ik zie "hij wilt" hier zo vaak op goeievraag dat ik dacht dat je een grapje maakte.
LeonardN
5 jaar geleden
Wellicht heb ik me onjuist uitgedrukt. Iemand die bezig is met taal zal niet zo snel de fout maken "hij wilt" als "hij word", dit omdat je normaliter ook geen "hij wilt" zegt anders dan hij word/wordt wat qua klank onveranderlijk is.
gvrox
5 jaar geleden
@LeonardN ik snap het nu; dan zijn er blijkbaar veel mensen die "hij wilt" zeggen, alleen kom ik die in mijn omgeving niet vaak in het "wilt" tegen :)

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Antwoorden (2)

Dat kan door jezelf af te leren in "dt" te denken. Toen ik leerde dat er geen woord met "dt" geschreven werd was het voor mij uiterst simpel.
Een werkwoord waar jij/hij/zij/het voorstaat of iemand/iets/wie of wat-dan-ook, daar schrijf je een t achter de stam van het werkwoord.
Lopen > stam=loop > hij loopT
Worden > stam=word > zij wordT

Ik blijf dus expres blind voor het feit dat de stam van worden op een d eindigt. (de stam, hij eindigT).

Er zijn overigens een aantal uitzonderingen die de meeste moedertaalsprekers zonder problemen zullen begrijpen hij is, kan, zal. mag, en wil. Dit zijn de meest onregelmatige werkwoorden.
Voor het 't kofschip zijn de regels ook makkelijk als je eenmaal de stam kan ontdekken. En daarnaast aanvoelt welke werkwoorden sterk en zwak zijn. 't kofschip slaat enkel op zwakke werkwoorden. Geen probleem voor moedertaalsprekers.

Als de stam op een van de letters uit het kofschip eindigt en het ww zwak is dan vervoeg je een t in de verleden tijd. Anders een d.

Pakken > stam=pak > 't Kopschip> pakte of gepakt
Darren > stam=dar > geen letter in het 't kofschip > darde gedard.

Voor onregelmatige en sterke werkwoorden bekijk:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_sterke_en_onregelmatige_werkwoorden_in_het_Nederlands
---
Een techniek om te kijken of je het goed doet is werkwoordsvervanging. Als je niet weet of het nu "Hij wordt jarig" of "Hij word jarig" is kan je altijd zeggen "Hij lijkt jarig" of "Hij lijk jarig". Je hoort dan dat de eerste klopt en je dus een T moet toevoegen aan de stam. Stam+T
(Lees meer...)
Toegevoegd op 19 februari 2019 11:16: tekst
5 jaar geleden
Dat kan heel simpel door het woord te vervangen door de woorden "maken"of "breken" als je dat een "T"hoort, komt er een t achter, ook als het op een "D" eindigt.
Voorbeeld: Je wilt schrijven: De koe wordt twee keer per dag gemolken. Je zegt nu in je eigen "de koe maakt 2 keer per dag gemolken" Je merkt nu dat je een "T" hoort, dus moet je schrijven word+stam = T dus wordt.
En dat is dus niet alleen met DT, want dat een persoonsvorm toevallig op een D eindigt, is maakt niet uit. Als je bijvoorbeeld het woord hebben neemt dan is het ( ik heb) ( Jij hebt) dan komt er een t achter dus, maar nooit een DT.
(Lees meer...)
5 jaar geleden
svetivlas
5 jaar geleden
Sorry, maar in mijn antwoord schreef ik "word+stam en dat moet zijn word= de stam en daar komt een t achter.

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding