'Fonkelt' nu iets of 'vonkelt' het volgens de officiele Nederlandse spelling?
Een glimmend en schitterend voorwerp of persoon vonkelt dat nu of fonkelt het? Of kan het beide en betekent het dan ook hetzelfde?
Woordsoort: ww.(intr.,zw.,trans.)
Modern lemma: vonkelen
— FONKELEN —, onz. zw. ww. (tweemaal bedr. aangetroffen, zie onder 2, c en 3, b); ook in 't barg., zie de bet. 4). Laat-mnl. vonkelen (voor het eerst bij V.D. SCHUEREN, Teuth. [1477]; niet bij KIL. en PLANT. [1573]); mnd. vunkeln; laat-mhd. vunkeln; nhd. funkeln. Frequentatief van vonken, of afgeleid van mnl. vonkel, vonk. Men zie voor verdere voorb. ook bij FONKELEN (Dl. III, 4618), een nevenvorm die uitsluitend in overdr. toep. gebezigd wordt. Opvallend is wel, dat het woord in ons materiaal pas voor het eerst verschijnt in het Ned.-Hd. Wdb. [1759], afgezien dan van het barg. waar het klankexpressievere fonkelen in 1563 is geattesteerd; zie de bet. 4). Als dat waar is zou vonkelen dus een verouderde vorm zijn, die bovendien "letterlijker" (vonken schieten) gebruik kon worden dan ons huidige "fonkelen". http://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.