Wat is de definitie van een gat?

De betekenis van het woord volgens Van Dale heb ik hieronder vermeld.

Maar om je toch mijn persoonlijk definitie te geven:

‘Een gat ontstaat daar waar een lege ruimte ontstaat in een regelmaat’

- Heb je een lege ruimte in een vlak oppervlak, dan is dat een gat.
- Heb je een onderbreking in een stroom data, dan is dat de lege ruimte in die reeks data. Die onderbreking noemen we dan ook een gat.
- Ook in een reeks cijfers kan een gat zitten. B.v. 1, 2, 3, _, 5, 6, 7, 8. Hier zou je op de plek van de ‘_’ een 4 verwachten. maar er is slechts een lege ruimte: een gat.

Een gat kan groot en klein zijn. Soms kan het zo klein zijn dat het verwaarloosbaar wordt. Dan doen we alsof het er niet is. Dan noemen we het geen gat. Is de lege ruimte echter wél van belang, dan noemen we het een gat.

Het verschil tussen een ‘gat’ en een ‘kuil’ is overigens dat een kuil een bijzonder gat is. Een kuil heeft namelijk altijd een bodem, en vrijwel altijd is dat een gebogen bodem.

Volgens Van Dale:

gat (het; o)

1
(meervoud: gaten; verkleinwoord: gaatje) open plaats, doorgang, opening: een gat in het dak; ergens geen gat in zien geen uitweg, uitkomst; een gat in zijn hand hebben altijd geld te kort komen; een gat in de begroting ongedekt tekort; een gat in de lucht springen erg blij zijn; een gat in de markt mogelijkheid tot succesvolle introductie van een nieuw artikel; bij plotselinge werkloosheid in een (zwart) gat vallen niet weten wat te doen; ergens gaten in schieten de zwakke kanten van iets aantonen; een gat in de dag slapen laat ontwaken; daar is het gat van de deur dringend verzoek om de ruimte te verlaten; niet voor één gat te vangen zijn steeds weer een uitweg weten

2
(meervoud: gaten; verkleinwoord: gaatje) klein, wat achterlijk dorp of stadje

3
(in het meervoud) ogen: iem. in de gaten hebben in het oog; het loopt in de gaten het valt op

4
(meervoud: gatten; verkleinwoord: gatje) zitvlak, achterste: de zaak ligt op zijn gat (a) stelt niets meer voor; (b) is failliet