Wat is juist: Gesmeerd of besmeerd?
Ik wil een boterham gesmeerd met roomkaas.
Ik wil een boterham besmeerd met roomkaas.
Een vriend van mij is overtuigd dat hij gelijk heeft (gesmeerd) en ik weet zeker dat het besmeerd moet zijn, alleen kan ik niet tot hem doordringen. Kan iemand mij een onderbouwd antwoord geven? :)
Ik heb een boterham besmeerd met roomkaas.
Deze zinnen zijn allebei juist, maar betekenen iets anders. Ik heb een boterham gesmeerd... met roomkaas.
> In deze zin kan het zijn dat jij de boterham hebt gesmeerd, maar dat iemand anders die boterham nu heeft.
> Het werkwoordelijk gezegde is: Ik heb gesmeerd.
> 'heb' is een hulpwerkwoord en kan hier niet worden vervangen door 'wil'. Ik heb een boterham... besmeerd met roomkaas.
> Hier kan ook iemand anders de roomkaas op de boterham hebben gesmeerd.
> Het ww gez. is: Ik heb.
> 'besmeerd' is eigenlijk het voltooid deelwoord van de denkbeeldige bijzin: De boterham is besmeerd.
> 'heb' kan hier wel worden vervangen door 'wil'. (Ik wil een boterham, de boterham is besmeerd met roomkaas. > Ik wil een boterham, besmeerd met roomkaas. De komma mag je ook gewoon weglaten.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.