Waarom is er "het bruinbrood" en niet "het bruinebrood" of "het bruine brood"? En wanneer zit het adjectief met zelfstandig naamwoord in een woord?
http://taaladvies.net/taal/advies/tekst/118/samenstelling_van_bijvoeglijk_en_zelfstandig_naamwoord_algemeen/
Zo is het rodekool en hogeschool; niet roodkool en hoogschool (alle twee "de"-woorden). Wel "bruinbrood" want "het brood". Het vervallen van de "e" van "valsemunter" past niet in het systeem maar goed: taalgebruik is soms ook niet te volgen.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.