Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

hoe werken ow-zin, nw.deel-zin, lv-zin mv-zin, vv-zin en bwb-zin?

Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
in: Taal
13.2K
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
geen-zin...?
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
:)

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Het beste antwoord

De vraag is wat omduidelijk voor mij maar voor elk van de genoemde geldt:
@ de functie is onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, enz.
@ in de vorm van een zin.

Voorbeeld van een zin met onderwerpzin:
"Daar loopt de man die de loterij gewonnen heeft".
"De" t/m "heeft" heeft de functie van onderwerp. (Je kunt het vervangen door bijv. "hij")
Dat onderwerp heeft de vorm van een zin, die je weer verder kunt ontleden. Een onderwerpzin dus

Voorbeeld van een zin met lijdendvoorwerpzin.
"Hij geeft mijn broer een pen die hij gekocht heeft bij de Action omdat hij in de aanbieding was."
"Een pen" t/m "aanbieding was" is lijdend voorwerp. (Je kunt het vervangen door "een pen").
Het lijdend voorwerp heeft hier de vorm van een zin. Zo'n zin noemen we een lijdendvoorwerpzin.

Voorbeeld van een meewerkendvoorwerpzin:
"Hij gaf zijn moeder, die in dezelfde straat woonde, een bos rozen voor haar verjaardag".
"Zijn moeder" t/m "woonde" is meewerkend voorwerp. Je kunt het vervangen door "zijn moeder".
Het meewerkend voorwerp heeft de vorm van een zin. Die noemen we dan ook een meewerkemdvoorwerpzin.

Twijfel je, vervang dan de hele bijzin door een enkel woord. Als je weet welk zinsdeel het dan is, dan weet je ook hoe de zin genoemd moet worden.

Nog eentje.
Jan gaf zijn broer een euro.
(Onderwerp-pv-mv-lv)

Nu hetzelfde maar met zinnen:
Jan, die al 15 geworden was op 19 sepember, gaf zijn broer, die hij een vervelende klier vond omdat deze altijd rotgeintjes uithaalde, een euro die hij zojuist gevonden had op straat.
Onderwerpzin: Jan tm september
Pv: gaf
Meewerkendvoorwerpzin: zijn tm uithaalde
Lijdendvoorwerpzin: een tm straat
(Lees meer...)
Computoon
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Dankjewel!
Verwijderde gebruiker
3 jaar geleden
Al deze voorbeelden kloppen niet! Het zijn allemaal bijvoeglijke bijzinnen.
Neem de eerste zin:
Daar loopt de man die de loterij gewonnen heeft.
Hier is 'de man die de loterij gewonnen heeft' het onderwerp.
'die de loterij gewonnen heeft' is de bijvoeglijke bijzin bij 'man'.
En zo is dat ook in de andere voorbeelden! Goede voorbeelden zijn:
ond-zin:
Wie dat zegt, is gek. lv-zin:
Hij vertelde dat hij naar school gaat. mv-zin:
Wie je vertrouwt, kun je een geheim vertellen. vzv-zin
Ik reken erop dat hij op tijd komt. Etc.

Weet jij het beter..?

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

0 / 5000
Gekozen afbeelding