Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Hoe ontleed je de volgende twee zinnen? 1. Gisteren hadden de meisjes op Texel noodweer. 2. De man op de voorgrond is de voorzitter.

Het gaat om het onderwerp. Volgens een site met oefeningen (Cambiumned) is het onderwerp in 1: De meisjes, en in 2: De man op de voorgrond. Met in 1 'op Texel' neem ik aan een bijvoeglijke bepaling van plaats.
Maar waarom is 'op de voorgrond' dan geen bijvoeglijke bepaling van plaats, maar deel van het onderwerp?

Toegevoegd na 24 minuten:
Ik bedoel met bijvoeglijke bepaling: bijwoordelijke bepaling.

Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
in: Taal
kierkegaard47
8 jaar geleden
Ik kan het niet grammaticaal precies benoemen, dat zal iemand moeten doen die hier meer kennis van heeft maar mijn gevoel hierbij is het volgende. "op de voorgrond" in de 2e zin, kan nergens anders bij horen, dan bij 'de man'. Het wijst het onderwerp nader aan, en als zodanig wordt het dan blijkbaar als deel van het onderwerp gezien. "Op Texel" daarentegen, zou zowel bij "de meisjes" ("de meisjes op Texel"), als bij het noodweer ("het noodweer op Texel") kunnen horen, en wordt mogelijk daarom niet bij het onderwerp gerekend.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Maar in: 'Gisteren hadden de meisjes op Texel noodweer, maar de meisjes op Terschelling hadden prachtweer.' zou dan weer op Texel wel meer bij de meisjes horen. Is het dan wel weer deel van het onderwerp?
Ik waardeer het enorm dat je meedenkt!
Maar ik neig er naar dat er een grote hoeveelheid willekeur aan ten grondslag ligt.
Computoon
8 jaar geleden
Nee, ontleden is geen willekeur.
In het voorbeeld wat je geeft, is "de meisjes" in beide gevallen onderwerp. Het zijn 2 hoofdzinnen die verbonden zijn met het nevenschikkend voegwoord "maar". Net als in: Piet slaapt maar Jan waakt. Nu nog een voorbeeld waarbij een groter geheel onderwerp is. "De meisjes op de eerste rij op deze foto hebben bij mij in de klas gezeten."
Eerst vragend maken, persoonsvorm komt voorop: "Hebben de meisjes...." "De meisjes" t/m "deze foto" is in z'n geheel onderwerp. Het is 1 zinsdeel. Dat het onderwerp is, kun je zien omdat je het kunt vervangen door "zij". Dat is een persoonlijk voornaamwoord in de onderwerpsvorm. "Zij hebben bij mij in de klas gezeten."
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Ooh ja sorry ik heb het fout! Niet kijken naar mijn antwoord!

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Je moet vaststellen wat als 1 zinsdeel VOOR de persoonsvorm kam komen staan.

Daarvoor moet je uiteraard eerst de persoonsvorm kennen. Die vind je door de zin vragend te maken.

Hadden de meisjes op Texel gisteren noodweer?
Is de man op de voorgrond de voorzitter?

"Op Texel" kun je los voor de pv zetten en het maakt dus geen deel uit van het onderwerp. (Op Texel hadden de meisjes gisteren noodweer. Zo is ook "gisteren" een zinsdeel en "noodweer" eveneens.)

Bij "de man op de voorgrond" kun je geen zin maken die begint met "op de voorgrond". Het is dus geen apart zinsdeel.
Ook op een andere manier is het te zien. Vervang "de man op de voorgrond" maar eens door "hij". Dan heb je nog steeds een goedlopende zin. Je weet dan ook meteen dat dit zinsdeel onderwerp is want "hij" is een persoonlijk voornaamwoord dat alleen in de onderwerpsvorm voorkomt. De "voorwerpsvorm" van "hij" is "hem".
(Lees meer...)
Computoon
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Maar je kunt ‘de meisjes op Texel’ toch ook vervangen met ‘zij’? Gisteren hadden zij noodweer. Maar toch is dat als geheel geen onderwerp.
Overigens: ik begin het wel beter te snappen.
Computoon
8 jaar geleden
Ja, maar het gaat om het kleinste element (zinsdeel) dat IN ZIJN GEHEEL voor de persoonsvorm moet, omdat je het niet "verder los kunt maken". Dat kleinste deel is een zinsdeel. Voorbeeld:
In Frankrijk was de verdachte met vakantie toen hij werd opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen.
Was..... (persoonsvorm)
De verdachte = onderwerp
Andere zinsdelen:
In Frankrijk
Met vakantie
Toen t/m verschijnen
Elk van deze stukken is een zinsdeel omdat je het los voor de pv kunt zetten. Die laatste zin kan alleen in z'n geheel voor de pv. Nog een:
Op het strand zong een meisje van 20 jaar, dat op de havo in Groningen zat en zojuist eindexamen gedaan had, een mooi lied. Zong... is persoonsvorm. (Zong op het strand...?)
Een meisje t/m had = onderwerp. (Het is een onderwerpzin, je kunt de hele zin vervangen door "zij" en dan loopt de zin nog steeds.
Op het strand = zinsdeel
Een mooi lied = zinsdeel, specifieker: het is lijdend voorwerp.
Dat 'een meisje' t/m 'had' onderwerp is en niet 'een mooi lied' is ook te zien aan het feit dat je het onderwerp in het meervoud moet zetten als je de persoonsvorm in het meervoud zet. Dat is een van de kenmerken van een onderwerp. (Zongen op het strand meisjes van 20 jaar die op de havo in Groningen zaten en zojuist eindexamen gedaan hadden een mooi lied?)
Een onderwerp en een lijdend voorwerp kunnen ook nooit met een voorzetsel beginnen.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Ja dat een mooi lied geen onderwerp kan zijn dat snap ik prima. De onduidelijkheid bij mij is wat er nu wel of niet bij het onderwerp hoort. Hoe ver loopt dat door?
Klopt het zo?:
'Op de voorgrond is de man voorzitter' is flauwekul. Dus 'op de voorgrond' is verbonden met 'de man', dus is 'de man op de voorgrond' als geheel onderwerp.
Nogmaals bedankt voor je uitgebreide en geduldige uitleg!
Computoon
8 jaar geleden
Hoever het doorloopt, is soms lastig maar je verwoordt het m.i. correct. De zinsdeelproef mag niet leiden tot een inhoudelijke verandering of onzin-zin. En twijfelgevallen zijn er ook. Maar als het goed is, laat men die weg in huiswerkgevallen. Die meisjes op Texel van je vraag zou ik niet als oefenopgave hebben opgenomen. Nog een:
"De meisjes op Texel met de groene truien zijn ziek". "De" t/m "truien" is onderwerp.
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Tophulp! Ik heb hier veel aan. Bedankt voor je hulp en geduld.

Andere antwoorden (1)

Omdat je het onderwerp zo groot mogelijk als kan moet maken. Als je meer kan zeggen dan alleen "de man" (in dit geval "op de voorgrond"), moet je dat erachter plakken.
Je moet daarom ook pas de bwb zoeken als je het onderwerp al hebt gevonden
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Dan snap ik nog steeds niet waarom 'op Texel' er niet bij zou horen.
Computoon
8 jaar geleden
Omdat je ook kunt zeggen: "Op Texel hadden de meisjes gisteren noodweer". Dan weet je dat "op Texel" geen deel is van het onderwerp maar een apart zinsdeel. Als "op Texel" deel had uitgemaakt van het onderwerp lukt dat niet, dan kun je het niet los voor de persoonsvorm zetten. "Op een regenachtige dag woont hij aan de universiteit van Nijmegen een lezing bij". Alleen "hij" is onderwerp. "Op" t/m "dag" is een zinsdeel, "aan" t/m "Nijmegen" eveneens en "een lezing" ook. "Op een regenachtige dag woont een aan de universiteit van Nijmegen studerende student een lezing bij." "Een" t/m "student" is onderwerp. Je kunt dat hele zinsdeel vervangen door "hij".
Verwijderde gebruiker
8 jaar geleden
Maar je kunt 'de meisjes op Texel' toch ook vervangen met 'zij'? Gisteren hadden zij noodweer. Maar toch is dat als geheel geen onderwerp.
Overigens: ik begin het wel beter te snappen.
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image