(taalkundig) Waarom zeggen we 'onder'koeld, als we juist bedoelen dat iets te véél gekoeld is?
over- (in samenstelling met werkwoord of zelfstandig naamwoord
onder= een te geringe mate van 'x'.
Bij een woord als "oververhitting" is dit eenvoudig: iets is in te hoge mate verhit geraakt. Bij onderverhitting zou dan je -als het woord bestaat tenminste- denken aan iets dat in niet voldoende mate verhit geworden is. En zo is het met de meeste samenstellingen met deze voorvoegels. Overcompenseren, ondervertegenwoordigd, overschatten... ze betekenen wat je zou denken dat het betekent.
Lastiger wordt het bij een woord als "onderkoeld". Immers, strikt logisch en taalkundig gezien verbind je onder (= in te geringe mate) hier aan 'koelen', dus zou je dan ook verwachten dat het 'niet voldoende gekoeld' zou betekenen. Maar het betekent in werkelijkheid juist dat iets te véél gekoeld, en daardoor te koud geworden is. Dus blijkbaar wordt het woord 'onder' hier verbonden, in feite niet aan het koelen zelf, maar aan het _resultaat_ van dat koelen, nl de temperatuur van het object (of het lichaam), die onder een gewenste waarde gekomen is.
Hoe zit dit taalkundig gezien precies in elkaar, en is er een naam voor dergelijke verschijnselen ? (Dus dat de verbinding tussen de twee woorddelen in feite anders ligt dan de pure woordsamenstelling doet vermoeden).