Wanneer gebruik je 'ze' en wanneer 'haar'?

Eigenlijk is het redelijk makkelijk : 'ze' in een zin vervangen door 'zij', en dan hoor je gelijk, dat het wel of niet klopt.
Ik ga 'zij' opbellen is dus geen goed nederlands.

De tweede zin is alleen maar goed als je meer dan één persoon gaat opbellen, en je 'ze' min of meer kunt vervangen door 'hen'.
In alle andere gevallen gebruik je 'ze' in plaats van 'zij' in de eerste persoon, en haar in de bezittelijke (van haar, haar fiets) of aanwijzende vorm (kijk naar haar, zie haar, hoor haar, bel haar).

Ik ga haar opbellen.
Dan is zij het lijdend voorwerp en is het 'haar'.

Zij - of ze - wordt door jou opgebeld.
Dan is zij het onderwerp en is het 'ze' of zij.

Voorbeeld: ZE of ZIJ.... heeft een mobieltje bij zich.
ZE of Zij... gaat naar school toe.
Persoonsvorm is dat.
Dan het andere voorbeeld:
HAAR.... mobieltje ligt thuis.
Dat mobieltje is van HAAR... het is dus bezittelijk.
Haar....huis, of tuin, dat soort dingen.

Ik ga haar opbellen = goed!
Hoewel HAAR in dit voorbeeld weer lijdend voorwerp was, dacht ik.

Nederlands is heel moeilijk en soms vooral erg onlogisch.
Sterkte en groetjes.

"Haar" en "ze" in jouw voorbeeld zijn verwijswoorden. Ze verwijzen dus naar iets of iemand.
Als je zegt: "ik ga haar opbellen", dan verwijs je naar een vrouw of meisje (vrouwelijk/ enkelvoud).
Als je zegt: "ik ga ze opbellen", dan verwijs je naar meerdere personen, of een familie (meervoud zowel vrouwelijk als mannelijk).

Als je dus jouw vriendin wil opbellen dan is de correcte vorm: "Ik ga haar opbellen". ("Ik ga ze opbellen" is hier fout)
Als je je ouders wil opbellen dan is de correcte vorm: "Ik ga ze opbellen" (onbeklemtoonde vorm) of "Ik ga hen opbellen (beklemtoonde vorm).

Je gebruikt eigenlijk alleen 'ze' als het onderwerp is...ofwel degene die de actie verricht... 'Ze belt mij op'.
Maar... 'ik bel haar op'.
'Ik ga ze bellen' kan wel, maar dan is 'ze' meervoud en het betekent eigenlijk: 'hen'.

Toegevoegd na 1 minuut:
Dus: 'ze' alleen als het onderwerp is... en in alle andere gevallen 'haar'

Ik gebruik beide,als ze aangeeft daar in de stemming voor te zijn.