is het "wile je een goed ruiter worden" of "wil je een goede ruiter worden"?

In dit geval is alleen 'goede' goed.

Soms kan een bijvoeglijk naamwoord zowel met als zonder verbuigings-e worden gebruikt maar krijgt de zin daardoor een verschil in betekenis.

Bijvoorbeeld:
* Ze is een vlot typiste. ("Ze kan snel typen").
* Ze is een vlotte typiste. ("Ze is een charmante verschijning.")

Het ligt er net aan wat er voor de vraag staat.

Staat er bijv; De man vraagt aan mij: 'Wil je een goede ruiter worden? ' dan is dit een directe uitspraak van iemand en wordt de vraagteken achter de uitspraak gezet...daarachter komt het aanhalingsteken.

Staat er bijv: De man stelde aan mij de vraag 'Wil je een goede ruiter worden'? dan is het meer een citaat en komt het vraagteken achter het aanhalingsteken.

Een citaat refereert meer aan een uitspraak die door iemand gedaan is en daarbij hoort het vraagteken (of uitroepteken/punt als het geen vraag was). Het leesteken komt dan achter het complete citaat met aanhalingsteken.

Toegevoegd na 29 minuten:
Zie net dat ook het bijvoeglijke nmw. de vraag kan zijn...
In dit geval kan het allebei. Normaliter komt er altijd een 'e' achter een mannelijk/vrouwelijk zelfst.nmw. dus een 'de' woord. Bij onzijdige 'het' woorden niet.
Bij een 'goede' ruiter, wordt bedoeld dat de ruiter gewoon goed is in zijn prestatie. Bij een 'goed' ruiter wordt er een extra lading aan gegeven....het betekent dat hij als ruiter inderdaad een grootse prestatie neerzet.
Zie het als 'een grote man' die gewoon groot van postuur is of 'een groot man' die qua persoonlijkheid grootser, intellectueler, belangrijker enz. afsteekt tegenover andere mannen.