Wat is het verschil tussen focussen en focusseren?
Ik zie tegenwoordig vrijwel uitsluitend het woord "focussen", bijvoorbeeld in de zin "je moet je op de voordelen focussen" of in de zin "hij focust heel erg op de kleur van de nieuwe bank".
Het lijkt erop dat het woord "focusseren" niet (meer) bestaat.
Mijn indruk is dat vroeger "focusseren" goed Nederlands was, en dat "focussen" niet bestond. "Focussen" zou dan een anglicisme zijn.
Klopt dat? Is "focussen" een anglicisme dat het oorspronkelijke "focusseren" heeft vervangen? Of hebben "focussen" en "focusseren" twee verschillende betekenissen?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.