Hoe zet je in het frans werkwoorden op re en ir in de tt, vdw, vt en in de toekomende tijd?

Je gaat eerst op zoek naar de stam en daarachter plaats je de uitgang.
Stam hele werkwoord zonder ir
Tt: is, is, it, issons, issez, issent
Stam hele werkwoord zonder re
Tt: s, s, geen uitgang, ons, ez, ent
http://rudolfsteinercollege.nl/files/Media/werkwoorden%20Frans.pdf

Toegevoegd na 5 minuten:
Vt van finir:
Finiss met de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient
Vt van vendre:
Vend met de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient

Toegevoegd na 15 minuten:
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t.)
Finir
Finirai, finiras, finira, finirons, finirez, finiront
Vendre
Vendrai, vendras, vendra, vandrons, vendrez, vendront.

Onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.)
Finir
Finirais, finirais, finirait, finirions, finiriez, finiraient.
Vendre
Vendrais, vendrais, vendrait, vendrions, vendriez, vendraient.

Toegevoegd na 22 minuten:
bij de o.t.t.t. en de v.t.t.t.
bij werkwoorden eindigend op ir gebruik je het hele werkwoord,
bij werkwoorden eindigend op re valt alleen de laatste e weg.

Toegevoegd na 40 minuten:
Voltooid deelwoord van finir is stam + i (fini = gestopt)
Voltooid deelwoord van vendre is stam + u (vendu = verkocht)
Het hulpwerkwoorden zijn avoir of être (hebben of zijn)
Het hulpwerkwoorden zijn avoir of être (hebben of zijn)

Bij vervoeging met être krijgt het voltooid deelwoord +e voor vrouwelijk en + s voor meervoud erbij.