Wanneer schrijf je 'in beslag nemen' en wanneer 'inbeslagnemen'?

Als je het gebruikt als werkwoord, schrijf je het los:

De deurwaarder zal de boedel in beslag nemen.

Zodra je het gebruikt als zelfstandig naamwoord, schrijf je het aaneen:

Deze inbeslagname (of inbeslagneming) kan worden voorkomen als u uw rekeningen binnen veertien dagen voldoet.

Toegevoegd na 4 minuten:
Het infinitief kun je overigens ook als zelfstandig naamwoord gebruiken, en ook dan schrijf je het aaneen:

Het inbeslagnemen geschiedt in opdracht van de schuldeisers.