Zit taalgevoel of taalvermogen in de genen?
Zit het taalgevoel of het vermogen een taal te begrijpen of te spreken in de genen?
Ik ben zelf een Tilburger (N-br), mijn directe familie spreekt afwisselend Tilburgs en Nederlands, maar ik ben Nederlands opgevoed.
Daarentegen komt het grootste gedeelte (ongeveer de helft) van mijn voorouders uit België en ongeveer 1/8 uit Duitsland (mijn overgrootmoeder komt uit Ludwigshafen am Rhein, dus er werden ook wel eens Duitse versjes of gezegden verteld).
Zelf heb ik amper moeite om bijvoorbeeld Limburgs (Mestreechs, Kirchraojs of Remunjs) te volgen of te begrijpen, terwijl ik er nooit mee te maken heb en ik nooit in Limburg kom én ik kan ook Luxemburgs nog redelijk volgen, dit ondanks dat ik een Brabander ben.
Zit dat taalvermogen dan in de genen, of bestaat dat niet?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.