Waarom zegt men voor ruimten die meestal niet op de begane grond zijn het voorzetsel 'op ...' en voor ruimten op de begane grond 'in ...' ?
Dus bijvoorbeeld wel 'op de slaapkamer, op de badkamer, op zolder' etc., maar waarom kunnen we dat niet zeggen bij 'in de keuken, in de garage, in de bergruimte, in de kelder' enz.
Is hier wellicht sprake van een of ander dialect ?
Je bent ook IN de wc (maar ws OP de pot, vandaar ook OP de wc).
Dat ligt op mijn slaapkamer.
Mijn bed staat in de slaapkamer.
'In of op de slaapkamer, badkamer' etc. wel.
Ik ben ook altijd IN de slaapkamer en de badkamer. (ben opgegroeid in Midden-Nederland). Noordelijk misschien? Ik weet wel dat men daar ook OP bed gaat...
"Hij zit..."
in de living,
in de slaapkamer,
op mijn/zijn kamer
in de studeerkamer
opt toilet
op zolder
in de kelder
in de keuken
op de eerste verdieping, op het gelijkvloers, op de kelderverdieping of gewoon "op de -1" als het om een groot/algemeen gebouw gaat etc... Dus het lijkt me niet dat het ligt aan waar de kamer zich nou precies bevindt. Wel of het gaat om een etage aan te duiden (wat de zolder in feite ook is) en lijkt het toilet een uitzondering te zijn, want ook het boek ligt bij ons op het toilet, dus het gaat 'm volgens mij niet of je nou wel of niet op de pot zit en het boek ligt toch wel degelijk op de toiletvloer. Ook kamer lijkt mij een uitzondering te zijn als er een bezittelijk voornaamwoord gebruik wordt maar ik vermoed dat dat is omdat de kamer dan multifunctioneel gebruikt wordt. Maar we zeggen: "Het boek ligt..."
in de living
op de slaapkamer
op mijn/zijn kamer
in de studeerkamer
opt toilet
op zolder
in de kelder
in de keuken Dus in dat geval lijkt gewoon de slaapkamer er als uitzondering bij te komen.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.