Is het 'dat gezegd hebbend' of 'dat gezegd hebbende'?
Hallo,
is dit met of zonder e? Nergens kan ik een duidelijke uitleg vinden.
Gr.
Ludo
21.4K
21.4K keer bekeken
Geef jouw antwoord
Het beste antwoord
Beide vormen zijn juist. Het woord ‘hebbend(e)’ is taalkundig gezien een tegenwoordig deelwoord of een onvoltooid deelwoord.
Op deze website http://taaladvies.net/taal/advies/term/86/tegenwoordig_deelwoord/ staat daarover het volgende:
"Het tegenwoordig (of: onvoltooid) deelwoord is een vormcategorie van het werkwoord die bestaat uit de stam + -(e)nd(e). Tegenwoordige deelwoorden kunnen voorkomen als deel van het gezegde of als zinsdeel:
(1) De zaak is hangende.
(2) Huilend zocht het kind naar zijn moeder.
Daarnaast worden tegenwoordige deelwoorden in veel gevallen bijvoeglijk gebruikt. Soms zijn ze niet van bijvoeglijke naamwoorden te onderscheiden. Voorbeelden:
(3) vallende ziekte, slaande ruzie, piepende remmen, rijdende artillerie"
Bij de eerste zin van het citaat staat niet vermeld, dat stam + -ende onjuist is. Daar trek ik de conclusie uit, dat stam + -ende (ook) juist is.
Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Onvoltooid_deelwoord
Toegevoegd na 14 minuten:
Op deze website https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/werkwoordsvormen staat in een tekst over het tegenwoordig deelwoord, dat de vorm zonder "e" gebruikelijker is:
"Dit wordt gevormd door een d en soms -de achter het hele werkwoord te plaatsen; het geeft aan dat een handeling bezig is: lopend, lachend, staand. De vorm op -de komt voornamelijk in enkele vaste uitdrukkingen voor: 'Ziende blind zijn'; 'Al doende leert men."
"de vorm met -e vinden veel mensen wat plechtiger." staat op deze website https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/behorend-behorende-bij.
Op deze website http://taaladvies.net/taal/advies/term/86/tegenwoordig_deelwoord/ staat daarover het volgende:
"Het tegenwoordig (of: onvoltooid) deelwoord is een vormcategorie van het werkwoord die bestaat uit de stam + -(e)nd(e). Tegenwoordige deelwoorden kunnen voorkomen als deel van het gezegde of als zinsdeel:
(1) De zaak is hangende.
(2) Huilend zocht het kind naar zijn moeder.
Daarnaast worden tegenwoordige deelwoorden in veel gevallen bijvoeglijk gebruikt. Soms zijn ze niet van bijvoeglijke naamwoorden te onderscheiden. Voorbeelden:
(3) vallende ziekte, slaande ruzie, piepende remmen, rijdende artillerie"
Bij de eerste zin van het citaat staat niet vermeld, dat stam + -ende onjuist is. Daar trek ik de conclusie uit, dat stam + -ende (ook) juist is.
Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Onvoltooid_deelwoord
Toegevoegd na 14 minuten:
Op deze website https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/werkwoordsvormen staat in een tekst over het tegenwoordig deelwoord, dat de vorm zonder "e" gebruikelijker is:
"Dit wordt gevormd door een d en soms -de achter het hele werkwoord te plaatsen; het geeft aan dat een handeling bezig is: lopend, lachend, staand. De vorm op -de komt voornamelijk in enkele vaste uitdrukkingen voor: 'Ziende blind zijn'; 'Al doende leert men."
"de vorm met -e vinden veel mensen wat plechtiger." staat op deze website https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/behorend-behorende-bij.
11 jaar geleden
Andere antwoorden (2)
Volgens mij is het gezegd hebbende.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Beide kunnen:
Volgens mij zijn het twee verschillende situaties waar je het over hebt.
In de zin "Dit of dat gezegd hebbend, besloot ik het toch te doen" is synoniem met "Nadat ik dit of dat gezegd had, besloot ik het te doen". "Hebbend" in de eerste zin is dan een tegenwoordig deelwoord, dat gevormd wordt door het hele werkwoord + d. Net als bijvoorbeeld lopend of fietsend. Overigens is een vorm met 'e' erachter volgens mij niet fout
In "Het hier op betrekking hebbende document", is hebbende -zoals TeeZee terecht opmerkt- een bijvoeglijk naamwoord, net als in "de lopende man" en "het fietsende ventje". Al of een een e aan het einde wordt nu bepaald door de eventuele aanwezigheid van bepaald of onbepaald lidwoord, zoals we gewend zijn van wat allerdaagse bijvoeglijke naamwoorden:
mooi werk (onzijdig), mooie vrouw (mannelijk/vrouwelijk), mooie stadions (meervoud)
Volgens mij zijn het twee verschillende situaties waar je het over hebt.
In de zin "Dit of dat gezegd hebbend, besloot ik het toch te doen" is synoniem met "Nadat ik dit of dat gezegd had, besloot ik het te doen". "Hebbend" in de eerste zin is dan een tegenwoordig deelwoord, dat gevormd wordt door het hele werkwoord + d. Net als bijvoorbeeld lopend of fietsend. Overigens is een vorm met 'e' erachter volgens mij niet fout
In "Het hier op betrekking hebbende document", is hebbende -zoals TeeZee terecht opmerkt- een bijvoeglijk naamwoord, net als in "de lopende man" en "het fietsende ventje". Al of een een e aan het einde wordt nu bepaald door de eventuele aanwezigheid van bepaald of onbepaald lidwoord, zoals we gewend zijn van wat allerdaagse bijvoeglijke naamwoorden:
mooi werk (onzijdig), mooie vrouw (mannelijk/vrouwelijk), mooie stadions (meervoud)
11 jaar geleden
Deel jouw antwoord