Ik kan bij taalkundig ontleden een woord niet plaatsen, kan iemand mij helpen deze zin taalkundig te ontleden?
Het gaat om de zin: "De hond van de buurman beet mij gisteren in mijn been" Ik heb met een stappenplan hem twee keer volledig proberen te ontleden en kwam steeds tot deze uitwerking , kan iemand mij vertellen waar ik mijn fouten maak en waar ik het woordje "van" zou moeten plaatsen?
Uitwerking door mij;
Lidwoord: De,de
Zelfstandig naamwoord: Hond, buurman, been
Zelfstandig werkwoord: beet
Persoonlijk voornaamwoord: mij
Bezittelijk voornaamwoord: mijn
Voorzetsel: in
Bijwoord: gisteren
Niet gevonden: van
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.