Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Is de stam van het werkwoord stoten ''stot'''of ''stoot''?

Ik heb dit nodig voor spelling voor Nederlands. Namelijk met de stam weet je in of je een -d of -t moet gebruiken in de verleden tijd. Bij dit voorbeeld maakt het niet zoveel uit want de laatste letter is -t maar er zijn wel voorbeelden waarbij het wel uitmaakt. Ik dacht altijd dat de stam de ik-vorm was in de tegenwoordige tijd.

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
in: Taal
Geef jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord

Het beste antwoord

Stot, de stam is namelijk het hele werkwoord min EN.

Toegevoegd na 4 minuten:
Voorbeeld :
beloven ==> belov ==> V zit niet in 't kofschip dus in de verleden tijd DE(N). Daarom is het "ik beloofde" ondanks dat ik beloof wel een F op het eind heeft.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden

Andere antwoorden (3)

In de verleden tijd kent elk werkwoord slechts twee vormen:
enkelvoud, ongeacht IK, JIJ of HIJ
meervoud
In de verleden tijd wordt vaak onderscheid gemaakt tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Zwakke werkwoorden
Bij zwakke werkwoorden is de verleden tijd meestal opgebouwd uit de ik-vorm met TE(N) of DE(N) erachter. Wanneer TE en wanneer DE? Dat kun je onthouden met de regel van 't kofschip. Die regel kijkt naar de letter die in het hele werkwoord voorafgaat aan "-en". Meestal is dat ook de laatste letter van de ik-vorm (tegenwoordige tijd), maar let op bij werkwoorden op -VEN en -ZEN.

De ik-vorm + TE(N)
als het werkwoord eindigt op -TEN, -KEN, -FEN, -SEN, -CHEN, -PEN of -XEN:
stoten - ik / jij / hij stootte - wij / jullie / zij stootten
pakken - ik / jij / hij pakte - wij / jullie / zij pakten
boffen - ik / jij / hij bofte - wij / jullie / zij boften
missen - ik / jij / hij miste - wij / jullie / zij misten
lachen - ik / jij / hij lachte - wij / jullie / zij lachten
stappen - ik / jij / hij stapte - wij / jullie / zij stapten
faxen - ik / jij / hij faxte - wij / jullie / zij faxten
Je ziet bij stoten: als de ik-vorm al op een T eindigt, komt er een extra T bij in de verleden tijd.


De ik-vorm + DE(N)
bij de overige werkwoorden:
tobben - ik / jij / hij tobde - wij / jullie / zij tobden
branden - ik / jij / hij brandde - wij / jullie / zij brandden
leggen - ik / jij / hij legde - wij / jullie / zij legden
maaien - ik / jij / hij maaide - wij / jullie / zij maaiden
breien - ik / jij / hij breide - wij / jullie / zij breiden
halen - ik / jij / hij haalde - wij / jullie / zij haalden
noemen - ik / jij / hij noemde - wij / jullie / zij noemden
lenen - ik / jij / hij leende - wij / jullie / zij leenden
kanoën - ik / jij / hij kanode - wij / jullie / zij kanoden
roeren - ik / jij / hij roerde - wij / jullie / zij roerden

De stam van stoten is dus stoot (ik, jij, hij stoot)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
eigenlijk zoek je de stam door het hele werkwoord - en te doen,
dus ; stoten-en = stot
maar in het Nederlands is de ik-vorm de stam, en het is niet ik stot, maar ik stoot.
dus de stam is stoot.

neem maar eens een voorbeeld aan lopen;
lopen - en = lop.
maar ik lop kan niet, dus is het ik loop

een werkwoord waarvan je wel en eraf kunt halen is bijvoorbeeld werken;
werken- en = werk
ik werk klopt wel
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
In een goed worden boek staat het duidelijk vermeld.
Je hebt te maken met een stompe klinker of een lange klinker.
Korte is o e a i.
Lang is oo ee aa enz.
en het is makkelijk te herkennen hoe je het hebt te schrijven.
In jou geval het woord (stoten), de o is een lange klinker ó of oo uitgesproken.
Als je het woord verdeeld in letter grepen word het al gauw duidelijk.
Sto-ten de ó is open en word dus een lange klinker, want hij word niet opgesloten door een medeklinker.
Zou het gaan om een stompe (ò) zoals otter, verdeel je deze in letter grepen dan ot-ter de (ò) is een korte klinker, want deze word gesloten door een medeklinker.

Veel succes
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Deel jouw antwoord
0 / 2500
Geef Antwoord
logo van Kompas Publishing

GoeieVraag.nl is onderdeel van Kompas Publishing