Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

Wat is het verschil tussen een nevenschikkend voegwoord en een onderschikkend voegwoord?

In mijn boek voor Nederlands staat:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden gelijkwaardige delen.
Onderschikkende voegwoorden verbinden ongelijkwaardige delen.

Maar ik snap deze uitleg niet.

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
in: Taal

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Het beste antwoord

Een nevenschikkend voegwoord verbindt twee hoofdzinnen, zinnen die je allebei apart ook kunt gebruiken. Voorbeelden
Ik ga naar bed, want het is al heel laat.
"Ik ga naar bed" is een goede zin, "het is al heel laat" ook.

Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin en een bijzin:
Ik ga naar bed, omdat het al heel laat is.
"Ik ga naar bed" is een goede zin, maar "het al heel laat is" niet.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden

Andere antwoorden (1)

Voegwoorden verbinden woorden, zinsdelen en zinnen.

- Een nevenschikkend voegwoord verbindt gelijksoortige zinnen. Dat zijn òf twee hoofdzinnen; òf twee bijzinnen van dezelfde soort.
Als nevenschikkend voegwoord treden op: en (opsomming), maar (tegenstelling), want (redengevend), dus (concluderend), of of (keus). Vóór een nevenschikkend voegwoord zet je een komma, behalve bij “en”.

* Voorbeeld: Ik blijf binnen, want het is mij buiten te nat.

- Een onderschikkend voegwoord verbindt ongelijke zinnen. Dat zijn òf een hoofdzin en een bijzin; òf twee bijzinnen van verschillende soort.
Er zijn heel veel onderschikkende voegwoorden, en die hebben elk een andere betekenis. Bijvoorbeeld: als / wanneer (voorwaarde), daardoor / zodat (gevolg), omdat (reden), nadat / toen (tijd), hoewel (toegeving). Vóór een onderschikkend voegwoord zet je een komma, behalve als de 'voorzin' kort is. Bij een verbinding waar sprake is van twijfel, gebruik je het onderschikkende voegwoord “of”; bij zekerheid gebruik je “dat”.

* Voorbeeld: Doordat het de hele week heeft geregend, is wandelen in het bos geen pretje.
(Lees meer...)
Amadea
11 jaar geleden
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image