Wat is het verschil tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen?

Stel: je hebt deze zin

Piet heeft gehoord dat de excursie niet doorgaat.

Dan heb je de volgende zinsdelen:
heeft = persoonsvorm
heeft gehoord = werkwoordelijk gezegde
Piet = onderwerp
Dat de excursie niet doorgaat = lijdend voorwerp

"Dat de excursie niet doorgaat" is een lijdend voorwerp in de vorm van een zin, een lijdendvoorwerpzin. Dat is een zinsdeelzin.

"Hij geeft de rijke man die al genoeg geld had een euro."
In deze voorbeeldzin heb je de volgende zinsdelen:
Geeft = persoonsvorm
Hij = onderwerp
een euro = lijdend voorwerp
de rijke man die al genoeg geld had = meewerkend voorwerp

"De rijke man die al genoeg geld had' is een meewerkend voorwerp in de vorm van een zin, een meewerkend voorwerp zin. Dat is een zinsdeelzin.

Die kun je (desgewenst) weer verder ontleden.