1. Door (...) heb ik mijn lief hondje van twee weken terug kunnen vinden. Klopt deze zin?
Zou ook nog kunnen, de zin die jij stelt, komt mij erg vreemd voor.
2. Door (...) heb ik mijn lieve hondje van twee weken oud terug kunnen vinden. Deze twee zinnen hebben een verschillende betekenis.
2 Je had een hondje van twee weken en nu is hij oud?
1. De man, die daar loopt, is mijn vader.
2. De man die daar loopt is mijn vader. Bij 1. is er één man. Er wordt bij verteld dat die man daar loopt, maar die mededeling is niet noodzakelijk. Die ene man die aanwezig is, is mijn vader. Bij 2. zijn er meerdere mannen. De ene zit, de andere schildert, de derde loopt, en de vierde is een boom aan het snoeien. Mijn vader is degene die loopt. De toevoeging "die daar loopt" is in dit geval dus essentieel, dit in tegenstelling tot de situatie bij 1.
Wat je doet is TEVEEL informatie in een kromme zin PROPPEN. Maak gebruik van BIJZINNEN, dan komt de informatie die je wilt geven wel GOED over.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.