Hét vraag- en antwoordplatform van Nederland

wanneer gebruik je 'ik' en wanneer 'mij' ?

bijvoorbeeld: papa vroeg aan mama en...(ik of mij ?)

Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
in: Taal
Antoni
11 jaar geleden
"Mij" is in het voorbeeld van je vraag het juiste antwoord. In je voorbeeld is de functie van "mij" meewerkend voorwerp. Echter, ik kan een zinsconstructie bedenken, waarin "ik" kan voorkomen, namelijk een als deze: "Papa vroeg aan mama en ik vroeg aan mijn zus of ze mee wilden gaan naar het museum.". In mijn voorbeeld is de functie van "ik" onderwerp. Het onderwerp "ik" voert de actie van de zin uit (net als "Papa" dat doet, overigens; er zijn in de zin twee onderwerpen).

Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.

Geef jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image

Antwoorden (4)

Ik is de vorm die bij een werkwoord hoort en mij/mijn is de vorm die een bezit aangeeft. De n komt er achter als het woord voor het voorwerp staat

Het boek, jas huis etc. is van mij.
Het is mijn boek, mijn jas, mijn huis

Bij ik is er altijd een werkwoord: Ik vraag aan mama (werkwoord vragen).

Bij het gebruik van het woord aan gebruik je ook mij.

Dus: Mama vraagt aan mij.

Toegevoegd na 3 minuten:
In de bron extra uitleg op onze taal over:

Bij gebruik van als: Iemand als ik
Bij gebruik groter/kleiner: Iemand groter dan ik
Bij gebruik van mankeren: Mij mankeert niets / Ik mankeer niets
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Mij is geen vorm die bezit aangeeft.. Mijn wel.
Mijn is een bezittelijk voornaamwoord.
Mij is totaal iets anders, nl persoonlijk voornaamwoord.
Mij komt als er een voorzetsel voor zit.
Aan mij, achter mij, voor mij, naast mij etc.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Dat snap ik, maar ik probeer het simpel uit te leggen. Iemand die ik en mij door elkaar haalt heeft denk ik geen behoefte aan lange teksten Nederlands.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
ja maar als je zegt dat mij/mijn bezit is, dan gaan mensen dus zeggen "mij auto" ;)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
In mijn antwoord staat dat het mijn boek, jas huis is. Ik neem aan dat de vraagsteller dan wel snapt dat het voor auto ook opgaat. Ik geef aan dat de vorm mij en mijn een bezit aangeeft. Dat is kort door de bocht. Taalkundig is het beter dat je zegt dat mijn een bezittelijk voornaamwoord is en mij een persoonlijk voornaamwoord. Ik wilde die termen echter vermijden in mijn antwoord.
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Hmm lijkt mij juist onduidelijk, aangezien je mij/mijn in de zelfde categorie plaats, maar oke
Ik = onderwerp, mij is lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp.
Pappa vroeg aan mamma en mij of we nog een ijsje wilden.
Pappa vroeg mij hoe laat het was.
Pappa vindt net als ik (vind) dat Ajax veel beter is dan Vitesse.
Pappa geeft een koekje aan mamma en mij.
Pappa geeft mij een koekje.
Pappa geeft (aan) mamma een koekje in plaats van (aan) mij.
Pappa geeft (aan) mij een koekje in plaats van (aan) mamma.
Pappa ziet mamma en mij.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Maar mama vindt, net als ik, dat Ajax moet stoppen met voetballen.
En papa en mama vinden Feyenoord gewoon het beste, net als ik.
hahaha
Ik is net als hij, zij, wij, jullie. een persoonlijk voornaamwoord.
Mij is net als haar, hem, zich, hun.

Mij verwijst naar jezelf, dus:
Dat boek is van mij
Geef het aan mij
Het gebeurt mij elke dag

Het is "papa vroeg aan mama en mij"
Omdat er het woordje "aan" voor staat.
Als er een voorzetsel voor staat is het mij.
Dus voor mama en mij, naast mama en mij, achter mama en mij, etc.
Je kunt namelijk ook zeggen papa vroeg aan mama en aan mij.
Dat maakt het wat duidelijker.

Als er dus geen voorzetsel staat is het dus "ik".
Mama en ik gaan naar de speeltuin.
Wie is er groter? Mijn broer of ik?
Etc.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Ik of mij...........jij of jou.........hij of hem.......zij of haar..........wij of ons.......zij of hen(hun).

Als je niet weet of je ' ik of mij' moet schrijven in een zin als bijv; "jij bent veel sterker dan ik/mij of wat te denken van "jullie lezen meer boeken dan wij/ons, is er een simpele oplossing;
Vul achter het woord waarvan je denkt dat het goed is, het werkwoord in dat in de zin staat en lees de zin eens hardop. Op dat moment hoor je precies welk woord je moet kiezen. het kan niet missen.

Jij bent veel sterker dan ik (ben)- jij bent veel sterker dan mij ben.
Ik ben langer dan jij (bent)- ik ben langer dan jou bent.
Zij is muzikaler dan hij (is)- zij is muzikaler dan hem is.
Jullie lezen meer boeken dan wij (lezen)- jullie lezen meer boeken dan ons lezen.
Hij voetbalt vaker dan zij (voetbalt)- hij voetbalt vaken dan haar voetbalt.

'Ik' is een persoonlijk voornaamwoord. Persoonlijke voornaamwoorden zijn;
Ik, me, mij, je, jij, jou, hij, hem, zij, ze, haar, u, we, wij, ons, jullie, hen, en soms het
zoals in; hij heeft hem/het gekocht of "Zie je dat kind? " Ja, ik heb het gezien".
Ik ben een persoon, jij bent een persoon, hij is een persoon, zij is een persoon, wij zijn personen en zij zijn personen; allemaal persoonlijke voornaamwoorden.
Mij is een woord op betrekking heeft op mezelf als persoon, het is een wederkerEND voornaamwoord. Dit duidt dezelfde persoon aan als het onderwerp in de zin.
Ik schaam mij (mij wijst naar 'ik')
Jij schaamt je (je wijst naar jij)
Zij schamen zich ( zich verwijst naar zij)
Let op; er is óók nog een wederkerIG voornaamwoord en dat is er maar één ;
namelijk 'elkaar'!
Zij kussen elkaar.

Je hebt ook nog bezittelijke voornaamwoorden ;
mijn, jouw, je, uw, zijn, haar, ons, onze, jullie, uw, hun.
Zij geven aan van wie iets is (wie het bezit) en staan altijd voor het bezit waar ze bij horen; mijn paard, zijn auto, jullie huis.
Let op; Staat het vnw. áchter het bezit en staat het woord 'van' ervoor, dan is het een persoonlijk vnw; dat paard van mij, die auto van hem enz.

Toegevoegd na 11 minuten:
Geldt ook voor voorzetsels als bijv;
aan, voor, door, na, tussen, op enz.
voor mij, achter hem, tussen ons, aan jullie enz..

Toegevoegd na 1 uur:
Op jouw vraag; ....aan mama en mij of ik....
Zeg eens hardop; papa vroeg aan mama en aan ik en je zult horen dat dit niet klinkt. het is dus altijd ....aan mama en mij. Of...aan haar en mij. Nooit aan zij en ik.
(Lees meer...)
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Eindelijk een helder antwoord voor de mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben. Plus!
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Dank je wel, Pelle. Ik vind zelf talen heerlijk en dat komt mede omdat ik de grammatica begrijp. Mijn kind kon dan ook al met zijn derde lezen en heeft daarom ook geen moeite met zijn talen. Ik denk dus dat onze taal, ofschoon het een moeilijke taal is, best te doorgronden is als je de grammatica maar begrijpt. Dan kan je het een kleuter nog uitleggen op een begrijpelijke manier. Tja, dat uitleggen blijft natuurlijk moeilijk, ben blij dat het toch een helder antwoord blijkt te zijn. (^-^).
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
ik vind dat je bij taalvragen als dit moet uitgaan van iemand die Nederlands niet als moedertaal heeft en dat is voor sommige mensen nogal lastig. Ik werk veel met Polen die Nederlands leren en het is elke dag weer een verrassing als ze met een goede vraag komen! Van de week bleek dat iemand beloven en geloven door elkaar haalde en iemand had het over dat er ergens maar 1 artikel hing terwijl er 2 moesten hangen en had het over 1 stukje (ipv 1 stuk, of 2 stuks). Altijd leuk en interessant of je het kunt uitleggen. Zo ook de vraag wat verwerken is (ver begrepen ze als in afstand en werken als werken dus ze dachten dat het op afstand werken was). Verder het verschil tussen ophalen en terugbrengen (van hier naar daar en van daar naar hier).
Verwijderde gebruiker
11 jaar geleden
Ja, daar sta je niet snel bij stil hè? Ik had het laatst in een gesprek met een overigens goed Nederlands sprekende buitenlander die gelukkig altijd vraagt (want alleen dan leer je het hè) Ik eindigde mijn zin met 'oh, vandaar' in de zin van 'daarom' . Zijn antwoord; ' van waar'? Zijn zo van die dingen waar je normaliter niet bij stil staat.
Net als issues als ; nog, noch, thans, nochtans en ga maar door....
Het juist schrijven is nóg moeilijker om te leren. Voor ons is dat al zo, in veel gevallen, laat staan voor een buitenlander!
Je hebt volkomen gelijk in jouw statement dat je vanuit een anderstalige moet uitgaan, ben het er zo mee eens!
Deel jouw antwoord

Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.

/
Geef Antwoord
+
Selected image