Wanneer gebruik je THAT in een zin?
Who gebruik je voor personen, which voor dieren of dingen en whom en which na een voorzetzel. Maar wanneer gebruik je eigenlijk that?
"That is (That's) true"
" That is a nice book"
The horse who/which/that I rode,is black. In zulke gevallen kan 'that' ook 'die' betekenen:
- The car that drove too fast got a ticket.
- De auto die te hard reed, kreeg een bekeuring.
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.