Hoe weet je of een zelfstandig naamwoord ook een vrouwelijke versie heeft? Of hoe bepaal je zoiets? Zoals schoonmaakster bij schoonmaker.
Je hebt schoonmaker en mijn vrouw is een schoonmaakster.
Maar.
Tevens ben ik een dokter en mijn vrouw is ook een dokter.
In voorbeeld 1 zie je dat het zelfstandig naamwoord ook een vrouwelijke versie heeft, terwijl in voorbeeld twee in beide situaties het woord gelijk blijft.
Hoe weet je wanneer een woord een vrouwelijke versie heeft en hoe bepaal je wat die wordt?