Zei men in het Nederlands oorspronkelijk 'Ik ben hij' en niet 'Ik ben hem' ?
Gezien het naamwoordelijk deel van het gezegde met de nominatief wordt aangeduid.
Je kan bijvoorbeeld wel zeggen 'Dat is hij.'
Ik vermoed dat het tegenwoordig ook juist is om te zeggen 'Ik ben hem.' omdat het naamwoordelijk deel meestal aanvoelt als een lijdend voorwerp, is dit juist?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.