Wat is een zinsdeelzin?

Een zinsdeel is een stukje van de zin,
bijv. Jan loopt met zijn blauwe rugzak naar school,
dan zou ik hem zo verdelen (ik weet niet of de verdeling goed is, want ik ben niet z'n ster in nederlands)
Jan/loopt/met zijn blauwe rugzak/naar school.

Toegevoegd na 30 minuten:
Zo als ik al zei ben ik er geen ster in, maar ik weet wel een paar regels:

1. Het deel voor de persoonsvorm is altijd een zinsdeel
2. Werkwoorden zijn altijd een zinsdeel, dus niet met nog een woord erbij

Verder moet je kijken of de stukje die jij denkt dat zinsdelen zijn passen, door de zinsdelen in een andere volgorde te zetten, dus de zinsdelen zelf blijven intact, maar de zin niet. Als de zin nogsteeds goed nederlands is zijn de zinsdelen correct.

Toegevoegd na 31 minuten:
Veel succes er mee! Hopelijk haal je een tien!

een zinsdeel is een stukje of een woord uit een zin bijv. ik ga morgen wandelen. een van die woorden is een zisdeel bijv. ga

een zindeel verklaard zichzelf al. Het is namelijk een deel van een zin. Als je namelijk een goede nederlandse zin hebt kun je die in verschillende stukjes splitsen.

bijv.
De hond zit in zijn hok een bak voer te eten.

Dat is dus de hele zin en als je die in zinsdelen veranderd krijg je:

De hond/zit/in zijn hok/een bak voer/te eten.

op deze manier kun je zinsdelen benoemen, zoals de persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp enz.

als je me goed kunt volgen betekend dat dus dat
De hond 1 zinsdeel is, maar: een bak voer, ook!



ik heb in je reactie gelezen dat je het ook over een zinsdeelzin hebt, en dat houd in dat een zinsdeel een zin op zichzelf kan zijn, of een heel groot deel van de zin. Het zinsdeel moet dan een nieuwe zin kunnen vormen.

kortom: een zinsdeel is een deel van een zin een een zinsdeelzin, is een zinsdeel die op zich een zin kan vormen.



ik hoop dat ik je hiermee voldoende heb geholpen en veel succes met je proefwerk!!!

Een zinsdeelzin is een bijzin.
Dit kan een bijwoordelijke bijzin zijn of een bijzin die de functie heeft van bijv. een lijdendvoorwerp of meewerkendvoorwerp.
Hier vind je een oefening over dit soort zinnen.
http://www.stoopned.net/havo3/HP-oefeningen/NieuwBoek/H2/Grammatica/ZDZinnenMeerkeuze.htm

Toegevoegd na 11 minuten:
Ik vond nog meer info:
De volgende zinsdeelzinnen komen voor: onderwerpszin (ow-zin), ‘naamwoordelijk deel van het gezegde’-zin (nw.deel-zin), lijdend voorwerpszin (lv-zin), meewerkend voorwerpszin (mv-zin), voorzetselvoorwerpszin (vv-zin) en bijwoordelijke bepalingszin of bijwoordelijke bijzin (bwb-zin).
Er staan ook oefeningen bij. Als je googelt, voer dit dan in DOC Grammaticale onderwerpen overstap 2hv naar 3v:
Het is nl een word document dat je kunt openen.

Hopelijk gaat het helemaal lukken met je huiswerk!