Hoe vind ik het gezegde in een zin?

Door antwoord op te geven op de vraag : wie doet WAT.
WIE in wie doet wat is het onderwerp. Samen vormen ze de kernzin.

Ik ga naar school.

Wie doet WAT ?
Ik GA

Of iets lastiger :

Er zullen nog wel wat boodschappen gehaald moeten worden voor het eten vanavond.

WIE doet WAT ?
Wat boodschappen ZULLEN GEHAALD MOETEN WORDEN.
Al die werkwoorden vormen samen het gezegde.

Als je alle werkwoorden in de zin achter elkaar zet, zit je in de regel goed. LET op : er kunnen bijzinnen in een zin zitten, die daar dan buiten valt.

Voorbeeld :
Karel belde zijn vriendin terwijl zijn moeder de afwas deed.

Wie doet WAT :
Karel BELT. Het 'doen' van de afwas door 'moeder' is een volledige bijzin, die je separaat zou moeten ontleden en geen onderdeel van de zin, dus ook niet van het primaire onderwerp en gezegde.

Nog en leuke lastige voor de cracks :

U zou hem toch moeten hebben kunnen zien lopen.

Wie doet WAT ????
;-)

Toegevoegd na 22 minuten:
Over het algemeen kun je zeggen : zachte vullingen worden gegoten in een vorm, harde vullingen worden vooraf gevormd en overgoten. Die hebben dan ook geen 'losse' bovem(plak) maar gewoon rondom een intact jasje.

Toegevoegd na 23 minuten:
Sorry ; toevoeging hoort bij een andere vraag - teveel tabbladen open ;-)

Een gezegde komt alleen voor in een zin met "zijn". In de zin "Vader maakt zijn fiets." is "vader" onderwerp, "maakt" het werkwoord en "zijn fiets" het lijdend voorwerp. Er is geen gezegde mogelijk.
In de zin "ik ben thuis" is "thuis" gezegde.