Meewerkend voorwerp? Zie beschrijving.
Ik heb morgen een Nederlands toets en in mijn boek staat:
"Het zinsdeel dat aangeeft van wie een bepaald lichaamsdeel is dat op een andere plaats in de zin wordt genoemd, noem je ook een meewerkend voorwerp."
Ook staat er, "Het zinsdeel dat aangeeft dat iemand een ervaring opdoet of dat iemand iets overkomt, noem je ook een meewerkend voorwerp."
Wat zijn hier dan voorbeelden van?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.