Hoe ver gaat "straks" in de toekomst? En verschilt dat per streektaal?
Mijn collega zegt aan het einde van de werkdag steevast "tot straks", waar ik "tot morgen", of (op vrijdag) "prettig weekend" zou zeggen. Op mij komt het over alsof hij van plan is over twee minuten weer terug te komen, maar ik zie hem toch echt elke keer pas op de volgende werkdag. Blijkbaar gaat zijn "tot straks" veel verder in de toekomst dan de mijne.
Ik heb er wat definities bijgehaald en zie dat "straks" vaak als synoniem voor "terstond", of zelfs "onmiddellijk", maar ook als het minder strenge "spoedig". Soms kan het zelfs over enige tijd terug in de tijd gaan (net als "daarstraks"), maar daar hebben we 't voor het gemak maar even niet over.
Hangen meer mensen een langere tijdsperiode aan het woord "straks"? Heeft het te maken met dat mijn collega uit Noord-Holland komt misschien? En hoe lang kan "straks" worden gerekt? Dagen, weken, jaren? Ik ben benieuwd naar jullie "straks-gevoel"!
Toegevoegd na 15 minuten:
Even om de hij-maakt-een-grapje-antwoorden te pareren... Ik heb niet het idee dat het om een grapje gaat. Hij lokt er nooit een opmerking mee uit, en zijn "tot straks" gaat net zo automatisch als mijn "tot morgen".
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.