Hoe schrijf je samengestelde woorden die uit een merknaam bestaan?
In het Nederlands worden twee of meerdere zelfstandige naamworden die achterelkaar staan aanelkaar geschreven... Zo wordt fiets + bel een fietsbel en zo heb je ook een kantoorartikelencadeaubon etc.. Maar hoe zit dat eigenlijk als er een merknaam bij komt? Wordt dan toch aanelkaar geschreven door middel van een verbindingsstreepje?
Het Coca-Cola-blikje ? De Peaugeotdeur, HEMA-tas, C1000-personeelspasje, Rolex-horloge, Xenos-slaapbank, IKEA-keuken, RTL4-programma, Chasin-broek, Nokia-abonnement... ? Om maar wat voorbeelden te noemen.
Waar is daar de regel precies voor? Wanneer komt er wel een verbindingsstreepje tussen en wanneer niet? Moet het eigenlijk überhaupt aanelkaar worden geschreven of wordt de naam van het merk als een bijvoeglijk naamwoord gezien en dus niet aan het zelfstandig naamwoord vastgeplakt? Hoe zit dit in elkaar?
Toegevoegd na 8 minuten:
Dus mijn voorbeelden zijn allemaal correct geschreven? Het verbindingsstreepje is niet nodig, het kan dus ook aanelkaar vast worden geschreven, maar het lijkt mij duidelijk dat dat bij sommige een probleem kan opleveren zoals bij... Aldiinternet dat dan Aldi-internet moet zijn vanwege de uitspraak, niet waar? Rare voorbeelden allemaal ik weet het haha maar wat verwacht je rond dit uur :D.