Hoe kunnen twee tegenovergestelde vragen hetzelfde antwoord hebben en hiermee dus dezelfde vragen zijn? (zie omschrijving)

Dit is een voorbeeld van een negatieve vraagstelling.
Op zich niet fout, maar wel vaak moeilijk te begrijpen en ook moeilijk te beantwoorden.
Dit soort vragen zijn vaak op 2 manieren uit te leggen door de ontkenning in de zin. "Niet" of "geen".

In jouw voorbeeld is gebruik van GEEN beter.:
Heb je geen honger?
Je wil weten of de aangesprokene honger heeft.
Als je vraagt: "heb je honger?" Weet je precies wat er wordt bedoeld.
Het antwoord op beide vragen is hetzelfde.

Andere voorbeelden, waarbij het antwoord steeds hetzelfde is:
Aan iemand vragen die hard heeft getraind;
Ben je moe?
Ben je niet moe?

Aan iemand die de hele middag niets heeft gedronken:
Heb je dorst?
Heb je geen dorst?

Iemand die meemoet met de bus:
Heb je een OV kaart?
Heb je geen OV kaart?

Met het gebruik van een ontkenning in de vraagstelling wordt vaak een soort verbazing uitgedrukt. Je verwacht eigenlijk dat iemand WEL honger of dorst heeft, moe is of de OV kaart heeft.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vraag_(taal)#Negatieve_vraag