Is het kan jij of kun jij?

'Je kunt je inschrijven' krijgt meestal de voorkeur, maar 'Je kan je inschrijven' is zeker niet fout.

Zie voor uitgebreide uitleg OnzeTaal: http://www.onzetaal.nl/advies/jekunt.php

Toegevoegd na 59 seconden:
Als echt antwoord op je vraag: Liever "kun jij" dan "kan jij" dus, maar beide zijn ok.

Toegevoegd na 3 minuten:
Leuke nuance uit het stuk op OnzeTaal vind ik het volgende: "Je kan/zal/wil is voor de meeste taalgebruikers acceptabel als je niet op een jij-persoon slaat, maar meer in het algemeen 'men' betekent."

Kunnen is het correcte woord in een zin, maar 'kan' wordt vaak gebruikt omdat het ook goed klinkt in de ik- en hijvorm.
Echter, zodra je bij de wij-vorm aankomt, klinkt het niet meer. 'Wij kannen' of 'Wij hebben gekant' is geen correct Nederlands.
Kunnen is dus het juiste werkwoord in de zin. Wij kunnen en wij hebben gekund klinkt een stuk beter :-).

Beide vormen is goed Nederlands. Je/jij kunt, is de gewone vorm Je/jij kan is informeler.

Heeft je de betekenis van men, dan zijn beide types van persoonsvormen gelijkwaardig, bijvoorbeeld in:
- Je kunt je toch niet voorstellen dat nog zoveel mensen van honger omkomen.
- Je kan je toch niet voorstellen dat nog zoveel mensen van honger omkomen.

Volgens de Schrijfwijzer en de Taalbaak bestaat er een betekenisverschil tussen je kunt en je kan, zoals in:
- Dat kan je niet maken. (= ‘men kan dat niet maken’, gericht tot niemand in het bijzonder)
- Dat kun je niet maken. (directer gericht tot een jij)

't Is beiden even goed!

Dit is het betere knip en plakwerk, maar anders wordt het een uitgebreide uitleg, en ik ben het hier helemaal mee eens.


De vormen je/jij zal, je/jij kan en je/jij wil zijn volgens veel taalgebruikers (nog) niet geschikt voor de nette schrijftaal – in de spreektaal valt bijna niemand er meer over. Je kunt, je zult en je wilt komen op schrift bij veel mensen verzorgder over. Bijvoorbeeld:

* Je kunt het best wat vroeger vertrekken. Of kun je langer blijven?
* Je zult wel blij zijn met je nieuwe iPhone. Zul je er zuinig op zijn?
* Je wilt vast wel een flink stuk taart. Of wil je een klein stukje?

Je kan/zal/wil is voor de meeste taalgebruikers acceptabel als je niet op een jij-persoon slaat, maar meer in het algemeen 'men' betekent. Bijvoorbeeld:

* Je kan tegenwoordig met de trein van Enschede naar Münster.
* Je zal maar moeten werken in deze hitte!
* Zelf je reis samenstellen, dat is toch wat je wil tegenwoordig.

Overigens zijn in deze zinnen kunt, zult respectievelijk wilt uiteraard ook mogelijk.