Zijn er ezelsbruggetjes waarmee je hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden kunt herkennen?

Nee, die zijn er niet. Je moet dus gewoon de regels leren.

Toegevoegd na 39 seconden:
Maar ik ga deze vraag wel volgen, want ik ben heel benieuwd of iemand er wel ezelsbruggetjes voor heeft.

Zelfstandig naamwoord: je kunt er 'de', 'het' of 'een' voor zetten. Voorbeeld: de aap, het meisje, een lamp.
Hulpwerkwoord: je kunt er een voltooid deelwoord achter zetten (bijvoorbeeld gelachen, gelopen, gedaan). Voorbeeld: hebben, ik heb gedaan; worden, het wordt gevonden.

Toegevoegd na 2 minuten:
Koppelwerkwoorden: zie bron

Koppelwerkwoorden zijn er maar een paar. En die zijn alleen een koppelwerkwoord als geld (eerste deel = tweede deel, oftewel, onderwerp = naamwoordelijk deel van het gezegde). Voor de KPW (mooi bedacht he?): http://nl.wikipedia.org/wiki/Koppelwerkwoord
Voorbeeld: "Hij is een interessant persoon" of "Hij is bijna klaar" of "Het schilderij is mooi". Dan is is een koppelwerkwoord.

Een hulpwerkwoord is alleen met een voltooid deelwoord in een zin, en is dan het 'onbelangrijke' werkwoord. Zonder voltooid deelwoord is de zin niet compleet:
"Het schilderij is mooi geworden" of "Dit heb ik gedaan". Is/heb is hier een hulpwerkwoord

Een zelfstandig werkwoord kan ook een koppelwerkwoord zijn. Een werkwoord is een zelfstandig werkwoord als het 'alleen' in de zijn staat (dus zonder hulpwerkwoord). Bijv: "En nu zijn we klaar". (zijn is ook een koppelwerkwoord, 'We = klaar').

Geen ezelsbruggetje, maar wel uitleg. Leren maar!

Ja, die zijn er. De hulpwerkwoorden zijn vaak: zijn, worden, hebben. In een zin kijk je eerst naar wat het belangrijkste werkwoord is. Dat merk je door te kijken naar welk werkwoord je echt niet kan weglaten. Dit is het zelfstandige werkwoord. Alle andere werkwoorden in een zin zijn dan de hulpwerkwoorden.

De koppelwerkwoorden vormen samen een vast rijtje. Het zijn de volgende:

zijn,
worden,
blijven,
blijken,
lijken,
schijnen,
heten,
dunken,
voorkomen

Ik heb dit rijtje heel lang moeten stampen en daardoor ken ik ze nog. Onthoud dat het er 9 zijn. Zo sla je er nooit eentje over. Ook kun je de eerste letter van elk van de koppelwerkwoorden nemen, om zo het hele rijtje te onthouden. Bijvoorbeeld: Zo Wordt BBL Straks Heel Druk en Vol. Alle hoofdletters in bovenstaand zinnetje stellen een koppelwerkwoord voor. Snap je? Misschien dat het je helpt.

Toegevoegd na 2 minuten:
Misschien dat deze site je ook kan helpen. Er staan ook oefeningen bij. http://www.cambiumned.nl/grammaticaoefening.htm

Toegevoegd na 2 uur:
Sorry dat ik je vraag niet beantwoord heb zoals jij graag gewild had. In ieder geval, zoals ik hierboven ook al zei: maak een ezelsbruggetje door middel van het maken van een zinnetje met alle beginletters van de koppelwerkwoorden. Bijvoorbeeld: Zo Wordt BBL (die leerrichting) Straks Heel Druk en Vol. Ik weet niet of dit antwoord op je vraag is? En anders kunnen de leerlingen onthouden dat je moet proberen alle werkwoorden uit de zin moet halen tot waar mogelijk. Het werkwoord dat je echt niet weg kunt halen omdat de betekenis van de zin dan te erg verandert, is het zelfstandig werkwoord.

Zie voor diverse ezelsbruggetjes:
http://ict4us.com/r.kuijt/koppelwerkwoorden.htm