Wat is het voltooid deelwoord van breien( of is het breiden) in tegenwoordige en verleden tijd?
Normaal weet ik wel hoe ik iets moet schrijven (spellen, grammatica), maar nu ben ik even de kluts kwijt :(
Wat is het voltooid deelwoord in tegenwoordige tijd én van verleden tijd van het woord:
breien? (of is het breiden...??)
Ik heb dat gebreiden?
Ik heb dat gebreien?
Ik had dat gebreden?
Ik had dat gebreën? (klinkt als "gebreejen) (met " op de e? en vast nog een extra e?)
Wat is goed?
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.