Waarom heten de meeste rommelmarkten vlooienmarkten?

Het Waterlooplein wordt ook wel 'vlooienmarkt' genoemd. Nu zijn er in veel landen vlooienmarkten, dat staat voor de handel die er op deze markten wordt aangeboden: tweedehands. Vaak zijn het lompen en oude huisraad.
Maar de markt op het Waterlooplein heeft de bijnaam 'vlooienmarkt' wel heel toepasselijk gekregen want dit plein heette ooit Vlooienburg.

Het is de Nederlandse vertaling van het Franse 'marché aux puces', ook wel bazaar genoemd.
Tijdens het bewind van Keizer Napoleon de derde vonden er in Parijs stadssaneringen plaats. De architect van de Keizer hield flink huis met het ontwikkelen en bouwen van grootse boulevards in het centrum en de rondom liggende wijken van Parijs. Rond 1860 ontstond in het noorden van Parijs, nabij de “Porte de Clignancourt”, een rommelmarkt voor het aan man de brengen van tweedehands spullen. Deze handelaren werden ook wel `puciers` genoemd. Vlooien is hier bedoeld in de betekenis van zoeken, snuffelen.
De beroemdste vlooienmarkt van Parijs is "Le marché aux puces de Saint-Ouen". Deze markt werd in 1885 begonnen. Het de grootste antiekmarkt ter wereld.

Naast bovenstaande antwoorden: omdat er gehandeld wordt in 2e hands spullen dachten sommige mensen vroeger, dat die spullen vies waren. Daar zitten beestjes in.... in de volksmond "vlooien". Vandaar vlooienmarkt.