Jij wil of jij wilt?

Jij wil en jij wilt kan allebei...

Persoonlijke voorkeur, maar maakt niet uit...

jij wilt graag wandelen.
ja ik wil.

dus het maakt niets uit.

Ik denk dat het "Jij wilt" is, stam+t. Bij een vraag is het "wil jij ...?". "Jij wil" is spreektaal.

Ik wil
Jij wilt
Hij wil

Het werkwoord 'willen' is een uitzonderingsgeval.
Je zegt: Hij wil (dus geen stam+t)

Toegevoegd op 23-06-2009 12:04:52
Geldt trouwens ook voor: kunnen, zullen en mogen.

ik wil
jij wil, wilt

Het kan dus allebei.

Verder:
u wil, wilt
hij/zij wil
(gij wilt)

Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud de uitgang -t.

De onregelmatige werkwoorden kunnen, zullen, mogen en willen zijn uitzonderingsgevallen, evenals het werkwoord zijn (hij is). De vorm voor de derde persoon enkelvoud is bij kunnen, zullen, mogen en willen gelijk aan die voor de eerste persoon: hij kan, hij zal, hij mag, hij wil.

Het is ik wil, en jij wilt

Alletwee goed. Ik dit geval mag je kiezen.