Sommigen zeggen soms het tegenovergestelde van wat ze bedoelen. Of toch ook weer niet? Zie toelichting.
Voorbeeld: Chef A komt de kamer van medewerkster B binnen. B heeft haar hoofd naar beneden hangen. A zegt tegen B: "Je sliep toch niet, hè?" B antwoordt: "Nee". B bedoelt, dat ze niet sliep, maar zegt, dat ze wel sliep. B had eigenlijk "ja" moeten zeggen. Of heeft dat woord "niet" in "Je sliep toch niet, hè?" een andere betekenis?