wat is de herkomst van het woord "varken"?
3K
3K keer bekeken
Heb je meer informatie nodig om de vraag te beantwoorden? Reageer dan hier.
Geef jouw antwoord
Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.
Antwoorden (2)
'Varken' is afgeleid van het Germaanse 'farcha', verwant met het Latijnse 'porcus' en het Griekse 'porkos'.
(Lees meer...)
Bronnen:
Verwijderde gebruiker
13 jaar geleden
Het komt van het oudnederlandse fare (naast oudhoogduits far(a)h) met het (verklein)achtervoegsel (e)kin
"Varken
Afleiding van onl. *fare ‘varken’ met het verkleiningsachtervoegsel -(e)kīn < West-Germaans *-ikīn. Aanvankelijk komen zowel vormen met als zonder umlaut voor, maar vanaf de 14e eeuw overheerst verken. Pas in de 17e eeuw begint de Hollandse vorm varken de schrijftaal te domineren. Al in een vroeg stadium werd het woord niet meer als verkleinwoord opgevat."
(M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands)
"varken [zoogdier] {verkin 1208, varken 1286} middelnederduits verken, met verkleiningsuitgang gevormd naast oudhoogduits far(a)h, oudengels fearh [big]; buiten het germ. latijn porcus, oudpruisisch prastian [big], litouws paršas [gecastreerd zwijn], oudkerkslavisch prasę [varken, big], middeliers orc (vgl. porselein1)."
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek
(Lees meer...)
"Varken
Afleiding van onl. *fare ‘varken’ met het verkleiningsachtervoegsel -(e)kīn < West-Germaans *-ikīn. Aanvankelijk komen zowel vormen met als zonder umlaut voor, maar vanaf de 14e eeuw overheerst verken. Pas in de 17e eeuw begint de Hollandse vorm varken de schrijftaal te domineren. Al in een vroeg stadium werd het woord niet meer als verkleinwoord opgevat."
(M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands)
"varken [zoogdier] {verkin 1208, varken 1286} middelnederduits verken, met verkleiningsuitgang gevormd naast oudhoogduits far(a)h, oudengels fearh [big]; buiten het germ. latijn porcus, oudpruisisch prastian [big], litouws paršas [gecastreerd zwijn], oudkerkslavisch prasę [varken, big], middeliers orc (vgl. porselein1)."
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek
13 jaar geleden
Deel jouw antwoord
Het is niet mogelijk om je eigen vraag te beantwoorden Je mag slechts 1 keer antwoord geven op een vraag Je hebt vandaag al antwoorden gegeven. Morgen mag je opnieuw maximaal antwoorden geven.